Sleepiness in het Duits vertaald uit het Engels

Engels

Uitgebreide vertaling voor sleepiness (Engels) in het Duits

sleepiness:

sleepiness [the ~] zelfstandig naamwoord

the sleepiness (drowsiness; dreaminess)
die Schläfrigkeit; die Dösigkeit; die Schlaftrunkenheit
- Schläfrigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Dösigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlaftrunkenheit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sleepiness:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Dösigkeit	dreaminess; drowsiness; sleepiness	mouldiness; mustiness; stuffiness
Schlaftrunkenheit	dreaminess; drowsiness; sleepiness
Schläfrigkeit	dreaminess; drowsiness; sleepiness
-	drowsiness; somnolence

Verwante woorden van "sleepiness":

sleepy

Synoniemen voor "sleepiness":

drowsiness; somnolence; temporary state

Antoniemen van "sleepiness":

wakefulness

Verwante definities voor "sleepiness":

a very sleepy state¹
- sleepiness causes many driving accidents¹

Wiktionary: sleepiness

sleepiness

noun

property of being sleepy
- sleepiness → Schläfrigkeit

sleepiness

noun

den Eindruck vermitteln, schläfrig zu sein
- Schläfrigkeit → slumberousness; doziness; sleepiness
das Verspüren des Bedürfnisses nach Schlaf, die Neigung zum Einschlafen
- Schläfrigkeit → slumberousness; doziness; sleepiness; drowsiness

Cross Translation:

From	To	Via
• sleepiness	→ Schlafbedürfnis	↔ slaperigheid — de neiging te gaan slapen

sleepiness vorm van sleepy:

sleepy bijvoeglijk naamwoord

sleepy (overcome with sleep)
schlaftrunken; verschlafen
- schlaftrunken bijvoeglijk naamwoord
- verschlafen bijvoeglijk naamwoord
sleepy (drowsy; fuzzy; soporific; dozy)
duselig; schlaff; dumpf; betäubt; dumpfig; dösig
- duselig bijvoeglijk naamwoord
- schlaff bijvoeglijk naamwoord
- dumpf bijvoeglijk naamwoord
- betäubt bijvoeglijk naamwoord
- dumpfig bijvoeglijk naamwoord
- dösig bijvoeglijk naamwoord
sleepy (drowsy)
duselig; schläfrig; dösig
- duselig bijvoeglijk naamwoord
- schläfrig bijvoeglijk naamwoord
- dösig bijvoeglijk naamwoord
sleepy (drowsy; muzzy; dull; soporific; staggered; dozy; dopey; stupefied; mindless)
betäubt; stumpfsinnig; dösig; duselig
- betäubt bijvoeglijk naamwoord
- stumpfsinnig bijvoeglijk naamwoord
- dösig bijvoeglijk naamwoord
- duselig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor sleepy:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
verschlafen		oversleep
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	sleepy-eyed; sleepyheaded
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	drowsy; half awake
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
betäubt	dopey; dozy; drowsy; dull; fuzzy; mindless; muzzy; sleepy; soporific; staggered; stupefied	dazed; intoxicated; numb; stunned; stupefied; under the influence
dumpf	dozy; drowsy; fuzzy; sleepy; soporific	banal; below the belt; close; coarse; drab; dull; faint; frosted; fusty; grey; gross; mat; misty; muggy; musty; nasty; rotten; shabby; stale; stifling; stuffy; subdued; sultry; sweltering; trite; trivial; unmannerly; unsavory; unsavoury; vague; vapid; vulgar
dumpfig	dozy; drowsy; fuzzy; sleepy; soporific	banal; below the belt; coarse; drab; dull; faint; grey; gross; mat; nasty; rotten; shabby; subdued; trite; trivial; unmannerly; unsavory; unsavoury; vague; vapid; vulgar
duselig	dopey; dozy; drowsy; dull; fuzzy; mindless; muzzy; sleepy; soporific; staggered; stupefied	boozed; dazed; drowsy; half drunk; inebriated; intoxicated; numb; stunned; stupefied; tipsy; under the influence
dösig	dopey; dozy; drowsy; dull; fuzzy; mindless; muzzy; sleepy; soporific; staggered; stupefied	boring; drab; dreary; drowsy; dull
schlaff	dozy; drowsy; fuzzy; sleepy; soporific	abstemious; clumsy; dead; deceased; doltish; drained; dull; effete; faint; feeble; fragile; frail; gawky; helpless; impotent; languid; lifeless; listless; not very good; owlish; pale; passed away; poor; powerless; ragged; ramshackle; rickety; sick; spiritless; stiff; uneasy; unhandy; wan; washed out; weak; wobbly; wonky; wooden
schlaftrunken	overcome with sleep; sleepy	bleary-eyed; drowsy; with bleary eyes
schläfrig	drowsy; sleepy	drowsy
stumpfsinnig	dopey; dozy; drowsy; dull; mindless; muzzy; sleepy; soporific; staggered; stupefied	boring; crazy; daft; deadening; dense; dull; easily; easy; effortless; foolish; funny; idiotic; insane; mad; not difficult; not hard; obtuse; odd; ridiculous; silly; simple; stupid
verschlafen	overcome with sleep; sleepy	drowsy

Verwante woorden van "sleepy":

sleepiness, sleepier, sleepiest

Synoniemen voor "sleepy":

sleepy-eyed; sleepyheaded; asleep

Verwante definities voor "sleepy":

ready to fall asleep¹
- beginning to feel sleepy¹

Wiktionary: sleepy

sleepy

adjective

feeling the need for sleep
- sleepy → schläfrig

sleepy

adjective

ein Bedürfnis nach Schlaf verspürend, geneigt einschlafen
- schläfrig → somnolently; dozy; drowsy; sleepy
schläfrig sein, schlafbedürftig
- müde → sleepy; tired
schläfrig, schlafgezeichnet, obwohl wach dem Schlafe noch nicht entkommen
- verschlafen → sleepy

Cross Translation:

From	To	Via
• sleepy	→ schläfrig	↔ slaperig — behoefte tot slaap vertonend
• sleepy	→ verschlafen; dösig	↔ duf — slaperig

Vertaal sleepiness van Engels naar Duits

Uitgebreide vertaling voor sleepiness (Engels) in het Duits

sleepiness:

sleepiness [the ~] zelfstandig naamwoord

the sleepiness (drowsiness; dreaminess)

Vertaal Matrix voor sleepiness:

Verwante woorden van "sleepiness":

Synoniemen voor "sleepiness":

Antoniemen van "sleepiness":

Verwante definities voor "sleepiness":

Wiktionary: sleepiness

sleepiness vorm van sleepy:

sleepy bijvoeglijk naamwoord

sleepy (overcome with sleep)

sleepy (drowsy; fuzzy; soporific; dozy)

sleepy (drowsy)

sleepy (drowsy; muzzy; dull; soporific; staggered; dozy; dopey; stupefied; mindless)

Vertaal Matrix voor sleepy:

Verwante woorden van "sleepy":

Synoniemen voor "sleepy":

Verwante definities voor "sleepy":

Wiktionary: sleepy