Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal stifling

Vertaal stifling van Engels naar Duits

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

stifling:
- bedrängt; dumpf; beklemmt; erstickend
Wiktionary:
- stifling → stickig
- stifle → unterbrechen, unterdrücken, erdrücken, ersticken
- stifle → verbeißen, erpressen, unterdrücken, zurückhalten, zügeln, zäumen, aufzäumen, im Zaume halten, bändigen, bezähmen, im Zaum halten, bremsen, abbremsen, hemmen, drosseln, ersticken, erdrosseln, erwürgen

Engels

Uitgebreide vertaling voor stifling (Engels) in het Duits

stifling:

stifling bijvoeglijk naamwoord

stifling (stuffy; muggy; sweltering; musty; stale; sultry; close)
bedrängt; dumpf; beklemmt
- bedrängt bijvoeglijk naamwoord
- dumpf bijvoeglijk naamwoord
- beklemmt bijvoeglijk naamwoord
stifling (suffocating)
erstickend
- erstickend bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor stifling:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	crushing; quelling; suppression
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	sulfurous; sulphurous; sultry
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bedrängt	close; muggy; musty; stale; stifling; stuffy; sultry; sweltering	awkward; clamped down; clasped; critical; hard; oppressed; oppressive; painful; perilous; precarious; review; stuck; wedged; worrisome
beklemmt	close; muggy; musty; stale; stifling; stuffy; sultry; sweltering	clasped; oppressive
dumpf	close; muggy; musty; stale; stifling; stuffy; sultry; sweltering	banal; below the belt; coarse; dozy; drab; drowsy; dull; faint; frosted; fusty; fuzzy; grey; gross; mat; misty; nasty; rotten; shabby; sleepy; soporific; subdued; trite; trivial; unmannerly; unsavory; unsavoury; vague; vapid; vulgar
erstickend	stifling; suffocating	suffocating

Verwante woorden van "stifling":

stiflings, stiflingly

Synoniemen voor "stifling":

sultry; sulfurous; sulphurous; hot
suppression; crushing; quelling; prevention; bar

Verwante definities voor "stifling":

characterized by oppressive heat and humidity¹
- the stifling atmosphere¹
forceful prevention; putting down by power or authority¹
- the stifling of all dissent¹

Wiktionary: stifling

stifling

adjective

das Gefühl ersticken zu müssen gebend; von verbrauchter Luft erfüllt; (von Luft) mit geringem Sauerstoffgehalt
- stickig → stifling; close

stifle:

Vertaal Matrix voor stifle:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	knee
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	asphyxiate; choke; dampen; muffle; repress; smother; strangle; suffocate
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	choke

Synoniemen voor "stifle":

knee; joint; articulation; articulatio
smother; strangle; muffle; repress; suppress; stamp down; inhibit; subdue; conquer; curb
dampen
suffocate; asphyxiate; choke; obstruct; obturate; impede; occlude; jam; block; close up
die; decease; perish; go; exit; pass away; expire; pass; kick the bucket; cash in one's chips; buy the farm; conk; give-up the ghost; drop dead; pop off; choke; croak; snuff it

Antoniemen van "stifle":

stimulate

Verwante definities voor "stifle":

joint between the femur and tibia in a quadruped; corresponds to the human knee¹
be asphyxiated; die from lack of oxygen¹
smother or suppress¹
impair the respiration of or obstruct the air passage of¹
conceal or hide¹

Wiktionary: stifle

stifle

verb

to interrupt or cut off
- stifle → unterbrechen
to repress, keep in or hold back
- stifle → unterdrücken
to smother or suffocate
- stifle → erdrücken; ersticken
to die of suffocation
- stifle → ersticken

Cross Translation:

From	To	Via
• stifle	→ verbeißen	↔ verbijten — zijn gevoelens van ergernis of pijn onder controle houden
• stifle	→ erpressen; unterdrücken; zurückhalten; zügeln; zäumen; aufzäumen; im Zaume halten; bändigen; bezähmen; im Zaum halten; bremsen; abbremsen; hemmen; drosseln	↔ réprimer — Traductions à trier suivant le sens
• stifle	→ ersticken; erdrosseln; erwürgen	↔ suffoquer — étouffer, faire perdre la respiration ou rendre la respiration difficile; il se dit ordinairement du manque de respiration qui arriver par quelque cause intérieure ou par l’effet de quelque vapeur nuisible.
• stifle	→ erdrosseln; ersticken; erwürgen	↔ étouffer — Faire mourir en arrêter la respiration.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University