Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. trainees:
  2. trainee:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor trainees (Engels) in het Duits

trainees:

trainees [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the trainees (volunteers)
    die Volontaire; der Anwärter

Vertaal Matrix voor trainees:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anwärter trainees; volunteers applicant; applicants; candidates; volunteer
Volontaire trainees; volunteers trainee

Verwante woorden van "trainees":


trainee:

trainee [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the trainee (teacher-trainee; apprentice; student; trainee-teacher)
    der Praktikant
  2. the trainee
    der Volontaire
  3. the trainee (apprentice)
    der Volontär
  4. the trainee (apprentice; pupil; disciple; )
    der Lehrling
    • Lehrling [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trainee:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Lehrling apprentice; disciple; follower; pupil; student; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher Benjamin; apprentice; junior clerk; pupil; schoolboy; schoolgirl; student
Praktikant apprentice; student; teacher-trainee; trainee; trainee-teacher volunteer
Volontaire trainee trainees; volunteers
Volontär apprentice; trainee volunteer

Verwante woorden van "trainee":


Synoniemen voor "trainee":


Verwante definities voor "trainee":

  1. someone who is being trained1

Wiktionary: trainee

trainee
noun
  1. someone being formally trained in a workplace
trainee
noun
  1. Person, die in eine Lehre absolviert, einen Beruf erlernt
  2. umgangssprachlich: Kurzform für Auszubildende
  3. umgangssprachlich: Kurzform für Auszubildender
  4. Person, die eine Lehrvertrag mit einem Ausbildungsbetrieb abgeschlossen hat

Cross Translation:
FromToVia
trainee Lehrling apprenti — Celui, celle qui apprendre un métier.
trainee Praktikant stagiaire — Personne participant à une formation.