Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. vacillating:
  2. vacillate:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor vacillating (Engels) in het Duits

vacillating:

vacillating bijvoeglijk naamwoord

  1. vacillating (hesitating; indecisive; double-minded; wavering)
    unentschieden; wankelmütig; unschlüssig; unentschlossen

Vertaal Matrix voor vacillating:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- vacillant; wavering
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- vacillant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
unentschieden double-minded; hesitating; indecisive; vacillating; wavering undecided; undetermined; unresolved; unsettled; wavering
unentschlossen double-minded; hesitating; indecisive; vacillating; wavering dawdling; dilatory; dragging; hesitating; hesitatingly; inconstant; lingering; reluctantly; slow; undecided; undetermined; unresolved; unsettled; unstable; unsteady; wavering
unschlüssig double-minded; hesitating; indecisive; vacillating; wavering dawdling; dilatory; dragging; hesitating; hesitatingly; lingering; reluctantly; slow; undecided; undetermined; unresolved; unsettled; wavering
wankelmütig double-minded; hesitating; indecisive; vacillating; wavering dilatory; hesitating; hesitatingly; reluctantly; rickety; staggering; toddling; tottering; unsettled; unstable; waddling; wavering

Verwante woorden van "vacillating":


Synoniemen voor "vacillating":


Verwante definities voor "vacillating":

  1. uncertain in purpose or action1

vacillate:

to vacillate werkwoord (vacillates, vacillated, vacillating)

  1. to vacillate (hesitate; be indecised; procrastinate; )
    zweifeln; zögern; schwanken; grübeln; unschlüssig warten
    • zweifeln werkwoord (zweifele, zweifelst, zweifelt, zweifelte, zweifeltet, gezweifelt)
    • zögern werkwoord (zögere, zögerst, zögert, zögerte, zögertet, gezögert)
    • schwanken werkwoord (schwanke, schwankst, schwankt, schwankte, schwanktet, geschwankt)
    • grübeln werkwoord (grüble, grübelst, grübelt, grübelte, grübeltet, gegrübelt)
    • unschlüssig warten werkwoord (warte unschlüssig, wartest unschlüssig, wartet unschlüssig, wartete unschlüssig, wartetet unschlüssig, unschlüssig gewartet)

Conjugations for vacillate:

present
  1. vacillate
  2. vacillate
  3. vacillates
  4. vacillate
  5. vacillate
  6. vacillate
simple past
  1. vacillated
  2. vacillated
  3. vacillated
  4. vacillated
  5. vacillated
  6. vacillated
present perfect
  1. have vacillated
  2. have vacillated
  3. has vacillated
  4. have vacillated
  5. have vacillated
  6. have vacillated
past continuous
  1. was vacillating
  2. were vacillating
  3. was vacillating
  4. were vacillating
  5. were vacillating
  6. were vacillating
future
  1. shall vacillate
  2. will vacillate
  3. will vacillate
  4. shall vacillate
  5. will vacillate
  6. will vacillate
continuous present
  1. am vacillating
  2. are vacillating
  3. is vacillating
  4. are vacillating
  5. are vacillating
  6. are vacillating
subjunctive
  1. be vacillated
  2. be vacillated
  3. be vacillated
  4. be vacillated
  5. be vacillated
  6. be vacillated
diverse
  1. vacillate!
  2. let's vacillate!
  3. vacillated
  4. vacillating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor vacillate:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grübeln be indecised; hesitate; procrastinate; put off; question; tarry; vacillate; waver bother; break one's head; brood; brood over; cogitate; consider; contemplate; defer; delay; deter; do jigsaw puzzles; doubt; fret; hesitate; linger; meditate on; mope; muse; muse on; nurse a grievance; ponder; ponder on; pout; puzzle; reflect; reflect on; solve crossword puzzles; sulk; tarry; think; think hard; waver; wonder; worry; worry about
schwanken be indecised; hesitate; procrastinate; put off; question; tarry; vacillate; waver be changeable; be unstable; brood over; craddle; cradle; defer; delay; deter; doubt; falter; fluctuate; heave; hesitate; linger; lull; oscillate; rock; roll; stagger; sway; swing; tarry; vary; waddle; waver; wobble
unschlüssig warten be indecised; hesitate; procrastinate; put off; question; tarry; vacillate; waver brood over; defer; delay; deter; doubt; hesitate; linger; tarry; waver
zweifeln be indecised; hesitate; procrastinate; put off; question; tarry; vacillate; waver be doubtful; brood over; dawdle; defer; delay; deter; doubt; hesitate; linger; procrastinate; put off; retard; saunter; tarry; waver
zögern be indecised; hesitate; procrastinate; put off; question; tarry; vacillate; waver brood over; dawdle; defer; delay; deter; doubt; drag out; hang about; hang around; hesitate; linger; loiter; retard; slacken; slow down; stay; stay the same; tarry; temporise; temporize; waffle; waver
- fluctuate; hover; oscillate; vibrate; waver
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zögern dilatory; hesitating; hesitatingly; reluctantly; wavering

Verwante woorden van "vacillate":


Synoniemen voor "vacillate":


Verwante definities voor "vacillate":

  1. move or sway in a rising and falling or wavelike pattern1
    • the line on the monitor vacillated1
  2. be undecided about something; waver between conflicting positions or courses of action1

Wiktionary: vacillate

vacillate
verb
  1. fluktuieren, zögern, sich instabil verhalten, sich nicht entscheiden können

Cross Translation:
FromToVia
vacillate taumeln; wackeln; zagen; zaudern; zögern; schwanken barguigner — (familier, fr) hésiter, avoir de la peine à se déterminer, particulièrement quand il s’agir d’un achat, d’une affaire, d’un traité.
vacillate flackern vacillerchanceler ; trembler ; n’être pas bien ferme.

Computer vertaling door derden: