Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. victor:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor victor (Engels) in het Duits

victor:

victor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the victor (winner)
    der Gewinner; der Preisträger; der Sieger
  2. the victor (triumphator; conqueror; winner)
    der Sieger; der Triumphator; der Gewinner; der Eroberer

Vertaal Matrix voor victor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Eroberer conqueror; triumphator; victor; winner conqueror
Gewinner conqueror; triumphator; victor; winner
Preisträger victor; winner victors; winners
Sieger conqueror; triumphator; victor; winner conqueror; victors; winners
Triumphator conqueror; triumphator; victor; winner conqueror
- master; superior; winner
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- conqueror

Verwante woorden van "victor":


Synoniemen voor "victor":


Antoniemen van "victor":


Verwante definities voor "victor":

  1. a combatant who is able to defeat rivals1
  2. the contestant who wins the contest1

Wiktionary: victor

victor
noun
  1. winner in a fight or contest
victor
noun
  1. weibliche Person, die einen Sieg erringt; weibliche Person, die einen Kampf oder Wettkampf gewinnt oder gewonnen hat
  2. jemand, der einen Sieg erringt; jemand, der einen Kampf oder Wettkampf gewinnt oder gewonnen hat