Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal victors

Vertaal victors van Engels naar Duits

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

victors:
- Preisträger; Sieger
victor:
- Gewinner; Preisträger; Sieger; Triumphator; Eroberer
Wiktionary:
- victor → Sieger, Siegerin

Engels

Uitgebreide vertaling voor victors (Engels) in het Duits

victors:

victors [the ~] zelfstandig naamwoord

the victors (winners)
die Preisträger; die Sieger
- Preisträger [die ~] zelfstandig naamwoord
- Sieger [die ~] zelfstandig naamwoord
the victors
der Sieger
- Sieger [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor victors:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Preisträger	victors; winners	victor; winner
Sieger	victors; winners	conqueror; triumphator; victor; winner

Verwante woorden van "victors":

victor

victors vorm van victor:

victor [the ~] zelfstandig naamwoord

the victor (winner)
der Gewinner; der Preisträger; der Sieger
- Gewinner [der ~] zelfstandig naamwoord
- Preisträger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Sieger [der ~] zelfstandig naamwoord
the victor (triumphator; conqueror; winner)
der Sieger; der Triumphator; der Gewinner; der Eroberer
- Sieger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Triumphator [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gewinner [der ~] zelfstandig naamwoord
- Eroberer [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor victor:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Eroberer	conqueror; triumphator; victor; winner	conqueror
Gewinner	conqueror; triumphator; victor; winner
Preisträger	victor; winner	victors; winners
Sieger	conqueror; triumphator; victor; winner	conqueror; victors; winners
Triumphator	conqueror; triumphator; victor; winner	conqueror
-	master; superior; winner
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	conqueror

Verwante woorden van "victor":

victors

Synoniemen voor "victor":

master; superior; combatant; battler; belligerent; fighter; scrapper
winner; contestant

Antoniemen van "victor":

loser

Verwante definities voor "victor":

a combatant who is able to defeat rivals¹
the contestant who wins the contest¹

Wiktionary: victor

victor

noun

winner in a fight or contest
- victor → Sieger; Siegerin

victor

noun

weibliche Person, die einen Sieg erringt; weibliche Person, die einen Kampf oder Wettkampf gewinnt oder gewonnen hat
- Siegerin → winner; victor
jemand, der einen Sieg erringt; jemand, der einen Kampf oder Wettkampf gewinnt oder gewonnen hat
- Sieger → victor; winner

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University