Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. bandages:
  2. bandage:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor bandages (Engels) in het Spaans

bandages:

bandages [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bandages
    el vendas
    • vendas [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. the bandages (dressings)
    el vendajes

Vertaal Matrix voor bandages:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vendajes bandages; dressings dressings; wound-dressings
vendas bandages

Verwante woorden van "bandages":


bandage:

bandage [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bandage (ligature; swathe)
    el vendaje
    • vendaje [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. the bandage (mitella; sling)
    el cabestrillo
  3. the bandage
    el vendaje; el pañal; la mantilla
    • vendaje [el ~] zelfstandig naamwoord
    • pañal [el ~] zelfstandig naamwoord
    • mantilla [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. the bandage (swathing-band; swathe; swaddling bands)
    la venda; la envoltura
    • venda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • envoltura [la ~] zelfstandig naamwoord

to bandage werkwoord (bandages, bandaged, bandaging)

  1. to bandage (swathe)

Conjugations for bandage:

present
  1. bandage
  2. bandage
  3. bandages
  4. bandage
  5. bandage
  6. bandage
simple past
  1. bandaged
  2. bandaged
  3. bandaged
  4. bandaged
  5. bandaged
  6. bandaged
present perfect
  1. have bandaged
  2. have bandaged
  3. has bandaged
  4. have bandaged
  5. have bandaged
  6. have bandaged
past continuous
  1. was bandaging
  2. were bandaging
  3. was bandaging
  4. were bandaging
  5. were bandaging
  6. were bandaging
future
  1. shall bandage
  2. will bandage
  3. will bandage
  4. shall bandage
  5. will bandage
  6. will bandage
continuous present
  1. am bandaging
  2. are bandaging
  3. is bandaging
  4. are bandaging
  5. are bandaging
  6. are bandaging
subjunctive
  1. be bandaged
  2. be bandaged
  3. be bandaged
  4. be bandaged
  5. be bandaged
  6. be bandaged
diverse
  1. bandage!
  2. let's bandage!
  3. bandaged
  4. bandaging
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor bandage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cabestrillo bandage; mitella; sling
envoltura bandage; swaddling bands; swathe; swathing-band scallop; shell; wrapper
mantilla bandage
pañal bandage diaper; nappy
venda bandage; swaddling bands; swathe; swathing-band blindfold
vendaje bandage; ligature; swathe alliance; connection; relation
- patch
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
envolver en bandage; swathe
poner una venda bandage; swathe
vendar bandage; swathe
- bind

Verwante woorden van "bandage":


Synoniemen voor "bandage":


Verwante definities voor "bandage":

  1. a piece of soft material that covers and protects an injured part of the body1
  2. dress by covering or binding1
    • The nurse bandaged a sprained ankle1
    • bandage an incision1
  3. wrap around with something so as to cover or enclose1

Wiktionary: bandage

bandage
verb
  1. to apply a bandage to something
noun
  1. medical binding

Cross Translation:
FromToVia
bandage venda verband — een stuk stof om een wond e.d. mee af te dekken
bandage vendaje Bandage — meist weiche, elastische Stoffstücke, mit denen Körperteile eingewickelt werden
bandage vendar verbindenMedizin: etwas, jemanden verbinden: etw., jmd. mit einer Binde abdecken, mit einem Verband versorgen
bandage faja; venda bande — Sorte de lien plat et large.
bandage vendar bander — (familier, fr) Occitanie|fr exaspérer, gonfler.
bandage vendar; envolver emmaillotermettre un petit enfant dans un maillot.
bandage almohazar; hacer una cura; vendar panser — Soigner une plaie, une blessure, lui faire un pansement.

Verwante vertalingen van bandages