Overzicht
Engels naar Spaans: Meer gegevens...
- kneeling:
- kneel:
-
Wiktionary:
- kneeling → arrodillamiento
- kneel → arrodillarse
- kneel → arrodillarse
Engels
Uitgebreide vertaling voor kneeling (Engels) in het Spaans
kneeling:
-
the kneeling (genuflexion)
Vertaal Matrix voor kneeling:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
flexión de rodillas | genuflexion; kneeling | |
genuflexión | genuflexion; kneeling | |
rodillazo | genuflexion; kneeling | |
- | kneel |
Verwante woorden van "kneeling":
Synoniemen voor "kneeling":
Verwante definities voor "kneeling":
Wiktionary: kneeling
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kneeling | → arrodillamiento | ↔ agenouillement — action de s’agenouiller. |
kneel:
-
to kneel (get down on one's knees)
Conjugations for kneel:
present
- kneel
- kneel
- kneels
- kneel
- kneel
- kneel
simple past
- knelt
- knelt
- knelt
- knelt
- knelt
- knelt
present perfect
- have knelt
- have knelt
- has knelt
- have knelt
- have knelt
- have knelt
past continuous
- was kneeling
- were kneeling
- was kneeling
- were kneeling
- were kneeling
- were kneeling
future
- shall kneel
- will kneel
- will kneel
- shall kneel
- will kneel
- will kneel
continuous present
- am kneeling
- are kneeling
- is kneeling
- are kneeling
- are kneeling
- are kneeling
subjunctive
- be knelt
- be knelt
- be knelt
- be knelt
- be knelt
- be knelt
diverse
- kneel!
- let's kneel!
- knelt
- kneeling
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor kneel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | kneeling | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
arrodillarse | get down on one's knees; kneel | |
ponerse de rodillas | get down on one's knees; kneel |
Verwante woorden van "kneel":
Synoniemen voor "kneel":
Verwante definities voor "kneel":
Wiktionary: kneel
kneel
Cross Translation:
verb
-
to stoop down and rest on the knee
- kneel → arrodillarse
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kneel | → arrodillarse | ↔ knielen — op de knieën gaan |
• kneel | → arrodillarse | ↔ knien — so sitzen, dass das Körpergewicht auf den Knien ruht |