Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. spectators:
  2. spectator:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor spectators (Engels) in het Spaans

spectators:

spectators [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the spectators (public; audience)
    el público; el oyentes; la audiencia

Vertaal Matrix voor spectators:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
audiencia audience; public; spectators audience; court; court house; court of justice; hearing
oyentes audience; public; spectators
público audience; public; spectators audience; bystander; spectator; theatre-audience; witness
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
público known; public; wordly wise

Verwante woorden van "spectators":


spectator:

spectator [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the spectator (onlooker)
    el espectador; el observador
  2. the spectator (bystander; witness)
    el espectador; el público; el presentes
  3. the spectator (looker-on; observer; onlooker; watcher; viewer)
    el espectador; el telespectador; el observador

Vertaal Matrix voor spectator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
espectador bystander; looker-on; observer; onlooker; spectator; viewer; watcher; witness playgoer; television viewer; theatre-goer; viewer; visitor to the theatre
observador looker-on; observer; onlooker; spectator; viewer; watcher observer; onlooker
presentes bystander; spectator; witness persons present
público bystander; spectator; witness audience; public; spectators; theatre-audience
telespectador looker-on; observer; onlooker; spectator; viewer; watcher television viewer; viewer
- looker; spectator pump; viewer; watcher; witness
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
público known; public; wordly wise

Verwante woorden van "spectator":


Synoniemen voor "spectator":


Verwante definities voor "spectator":

  1. a woman's pump with medium heel; usually in contrasting colors for toe and heel1
  2. a close observer; someone who looks at something (such as an exhibition of some kind)1
    • the spectators applauded the performance1

Wiktionary: spectator

spectator
noun
  1. observer

Cross Translation:
FromToVia
spectator espectador toeschouwer — iemand die naar iets kijkt
spectator espectador spectateur — Qui est témoin oculaire (sens général)

Verwante vertalingen van spectators