Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. sums:
  2. sum:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor sums (Engels) in het Spaans

sums:

sums [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sums (amounts)
    el montos; la cantidades; el importes; la sumas; el montantes
  2. the sums (total amounts; totals)
    la sumas
    • sumas [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sums:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cantidades amounts; sums
importes amounts; sums
montantes amounts; sums
montos amounts; sums
sumas amounts; sums; total amounts; totals results

Verwante woorden van "sums":


sum:

sum [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sum (amount)
    la suma; el importe; la cantidad
    • suma [la ~] zelfstandig naamwoord
    • importe [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cantidad [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. the sum (addition; total amount; count)
    la adición
  3. the sum (addition sum; footing)
    la adición; la unión
    • adición [la ~] zelfstandig naamwoord
    • unión [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. the sum (arithmetical problem; answer; result)
    el problema de aritmética

Vertaal Matrix voor sum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adición addition; addition sum; count; footing; sum; total amount addendum; adding; addition; addition to; additive; affix; appendage; appendix; extension; extra; joining; supplement
cantidad amount; sum; total amount amount; common herd; crowd; degree; dose; drove; extent; flock; herd; horde; intensity; mob; multitude; number; quantity; size
importe amount; sum; total amount
problema de aritmética answer; arithmetical problem; result; sum
suma amount; sum; total amount capital; count; finances; financial means; fortune; large sum of money; means; wealth
unión addition sum; footing; sum Junction; agreement; alliance; association; band; binding; bond; brotherhood; circle; club; clubbing; coalition; collaboration; composition; connection; connector; cooperation; corporation; craft; craft guild; craft union; fellowship; guild; junction; league; liaison; link; pact; professional organisation; professional organization; relation; relationship; society; thickness; treaty; union
- aggregate; amount; amount of money; join; sum of money; sum total; summation; total; totality; union
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- sum up; summarise; summarize
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- arithmetic example; sum to be worked out

Verwante woorden van "sum":


Synoniemen voor "sum":


Verwante definities voor "sum":

  1. the whole amount1
  2. a quantity obtained by the addition of a group of numbers1
  3. the final aggregate1
    • the sum of all our troubles did not equal the misery they suffered1
  4. a set containing all and only the members of two or more given sets1
  5. a quantity of money1
    • he borrowed a large sum1
  6. be a summary of1

Wiktionary: sum

sum
noun
  1. quantity obtained by addition or aggregation
  2. quantity of money
verb
  1. to add together

Cross Translation:
FromToVia
sum suma Summe — Ergebnis der Addition mehrerer Zahlen.
sum suma somme — (mathématiques) résultat de l’addition de plusieurs nombres.

Verwante vertalingen van sums