Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. trots:
  2. trot:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor trots (Engels) in het Spaans

trots:

trots [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the trots
    el paseítos

Vertaal Matrix voor trots:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
paseítos trots hikes; strolls; tours; walks

Verwante woorden van "trots":


trots vorm van trot:

trot [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the trot (pace; gallop; scamper; gallopade)
    el paso
    • paso [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
paso gallop; gallopade; pace; scamper; trot access; admission; admittance; aisle; alley; avenue; channel; country road; distance; ditch; door; doorway; fairway; footfall; footprint; footstep; forecourt; gait; gangway; groove; i.d. card; in transit; journey; lane; mountain pass; pace; pass; passage; passage through; path; permit; pitch; porch; reach; road; round; small circle; step; stretch; stride; track; trail; tread; veranda; vestibule; way
- crib; jog; lope; pony
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- clip; jog
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- half run

Verwante woorden van "trot":


Synoniemen voor "trot":


Verwante definities voor "trot":

  1. a gait faster than a walk; diagonally opposite legs strike the ground together1
  2. a slow pace of running1
  3. a literal translation used in studying a foreign language (often used illicitly)1
  4. run at a moderately swift pace1
  5. cause to trot1
    • She trotted the horse home1
  6. ride at a trot1

Wiktionary: trot

trot
noun
  1. gait of an animal between walk and canter
verb
  1. (of a horse) move at a gait between a walk and a canter

Cross Translation:
FromToVia
trot trotar traben — Sich auf einem Reittier in einer schnellen Gangart, dem Trab, fortbewegen.
trot trotar trottenlangsam, lustlos, stumpfsinnig, schwerfällig, mit monotonem Schritt irgendwohin gehen
trot trote trotallure rapide et régulière d’un cheval et d’autres quadrupèdes, intermédiaire entre le pas et le galop, dans lequel les pattes déplacer ensemble par paires diagonales opposées.
trot trotar trotteraller le trot.