Overzicht
Engels naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. weekly:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor weekly (Engels) in het Spaans

weekly:

weekly bijvoeglijk naamwoord

  1. weekly (hebdomadal; per week; every week; once a week; each week)
    semanal; todas las semanas

weekly [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the weekly (magazine; periodical; journal; )
    el mensuario; el informe; la revista mensual; la revista semanal; el semanario

Vertaal Matrix voor weekly:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
informe journal; magazine; message; monthly; monthly magazine; news; periodical; piece of news; report; weekly account; announcement; commentary; composition; declaration; delegation of knowledge; enquiry; enunciation; inquiry; news; notice; notification; paper; proclamation; pronunciation; publication; reference; report; statement
mensuario journal; magazine; message; monthly; monthly magazine; news; periodical; piece of news; report; weekly
revista mensual journal; magazine; message; monthly; monthly magazine; news; periodical; piece of news; report; weekly
revista semanal journal; magazine; message; monthly; monthly magazine; news; periodical; piece of news; report; weekly storehouse; warehouse
semanario journal; magazine; message; monthly; monthly magazine; news; periodical; piece of news; report; weekly storehouse; warehouse
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- hebdomadal; hebdomadary
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- each week; every week; hebdomadally
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- weekly magazine; weekly paper
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
informe formless; shapeless; unshapen
semanal each week; every week; hebdomadal; once a week; per week; weekly
todas las semanas each week; every week; hebdomadal; once a week; per week; weekly

Verwante woorden van "weekly":


Synoniemen voor "weekly":


Verwante definities voor "weekly":

  1. of or occurring every seven days1
    • a weekly visit1
    • weekly paper1
  2. without missing a week1
    • she visited her aunt weekly1
  3. a periodical that is published every week (or 52 issues per year)1

Wiktionary: weekly

weekly
adverb
  1. once every week
  2. every week
adjective
  1. happening once a week or every week

Cross Translation:
FromToVia
weekly semanario weekblad — een publicatie die wekelijks verschijnt
weekly semanal wekelijks — elke week
weekly semanalmente wekelijks — een maal per week, elke week
weekly semana semaineséquence constituée des sept jours : lundi, mardi, mercredi, jeudi, vendredi, samedi et dimanche.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van weekly