Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. booing:
  2. boo:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor booing (Engels) in het Frans

booing:

booing [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the booing (boos; hooting)
    l'huées
    • huées [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor booing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
huées booing; boos; hooting

Verwante woorden van "booing":


boo:

boo bijvoeglijk naamwoord

  1. boo
    peuh!
    • peuh! bijvoeglijk naamwoord

boo werkwoord

  1. boo (roar; howl)
    huer
    • huer werkwoord (hue, hues, huons, huez, )

Vertaal Matrix voor boo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- Bronx cheer; bird; hiss; hoot; raspberry; razz; razzing; snort
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
huer boo; howl; roar
- hiss
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
peuh! boo

Verwante woorden van "boo":


Synoniemen voor "boo":


Antoniemen van "boo":


Verwante definities voor "boo":

  1. a cry or noise made to express displeasure or contempt1
  2. show displeasure, as after a performance or speech1

Wiktionary: boo

boo
interjection
  1. exclamation used by a member of an audience
  2. loud exclamation intended to scare someone
verb
  1. to shout boos derisively (intransitive)
boo
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens
  2. traiter quelqu’un ou quelque chose avec une moquerie outrageante ou dédaigneux.
  3. Émettre des cris de dérision à l’'encontre de quelqu’un pour marquer son opposition
noun
  1. bruit que les traqueurs faire après le loup, soit pour le faire lever, soit pour le pousser vers les chasseurs.