Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. cowboys:
  2. cowboy:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor cowboys (Engels) in het Frans

cowboys:

cowboys [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cowboys
    le cow-boys

Vertaal Matrix voor cowboys:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cow-boys cowboys

Verwante woorden van "cowboys":


cowboy:

cowboy [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cowboy (cowherd)
    le cow-boy; la vachère; le vacher
    • cow-boy [le ~] zelfstandig naamwoord
    • vachère [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vacher [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cowboy:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cow-boy cowboy; cowherd
vacher cowboy; cowherd
vachère cowboy; cowherd cow-shepherdess
- cattleman; cowhand; cowherd; cowman; cowpoke; cowpuncher; puncher; rodeo rider

Verwante woorden van "cowboy":


Synoniemen voor "cowboy":

  • cowpuncher; puncher; cowman; cattleman; cowpoke; cowhand; cowherd; ranch hand
  • rodeo rider; performer; performing artist
  • adventurer; venturer

Verwante definities voor "cowboy":

  1. a hired hand who tends cattle and performs other duties on horseback1
  2. someone who is reckless or irresponsible (especially in driving vehicles)1
  3. a performer who gives exhibitions of riding and roping and bulldogging1

Wiktionary: cowboy

cowboy
noun
  1. person who tends cattle
cowboy
noun
  1. Personne qui s’occupe, garde ou conduit des bœufs
  2. gardien de troupeau de vaches, ce mot étant associé au western (dans l’ouest des États-Unis d’Amérique au XIXe siècle).
  3. élevage|fr Personne qui mène paître les vaches, les bovins, qui les garde, les soigner et s’en occuper.