Defying in het Frans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

defying:
- bravant; provocateur; provocant; d'un air provocateur; de façon provocante; d'un ton provocateur; d'une manière provocante; de manière provocante
defy:
- affronter; défier; faire face à; braver
Wiktionary:
- defy → défier, braver, désobéir, provoquer
- defy → braver, affronter, provoquer

Engels

Uitgebreide vertaling voor defying (Engels) in het Frans

defying:

defying bijvoeglijk naamwoord

defying (defiant; facing; braving; provoking)
bravant; provocateur; provocant; d'un air provocateur; de façon provocante; d'un ton provocateur; d'une manière provocante; de manière provocante
- bravant bijvoeglijk naamwoord
- provocateur bijvoeglijk naamwoord
- provocant bijvoeglijk naamwoord
- d'un air provocateur bijvoeglijk naamwoord
- de façon provocante bijvoeglijk naamwoord
- d'un ton provocateur bijvoeglijk naamwoord
- d'une manière provocante bijvoeglijk naamwoord
- de manière provocante bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor defying:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
provocateur		agitator; challenger; contender; firebrand; founder; instigator; prompter; ringleader
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bravant	braving; defiant; defying; facing; provoking
d'un air provocateur	braving; defiant; defying; facing; provoking	daring; defiant; exceeding; ostentatious; provocative; provoking
d'un ton provocateur	braving; defiant; defying; facing; provoking	daring; defiant; exceeding; ostentatious; provocative; provoking
d'une manière provocante	braving; defiant; defying; facing; provoking	daring; defiant; exceeding; ostentatious; provocative; provoking
de façon provocante	braving; defiant; defying; facing; provoking
de manière provocante	braving; defiant; defying; facing; provoking	daring; defiant; exceeding; ostentatious; provocative; provoking
provocant	braving; defiant; defying; facing; provoking	annoying; daring; defiant; exasperating; exceeding; nagging; ostentatious; provocative; provoking; tantalising; tantalizing; tormenting
provocateur	braving; defiant; defying; facing; provoking	daring; defiant; exceeding; ostentatious; provocative; provoking

Verwante woorden van "defying":

defy

defying vorm van defy:

to defy werkwoord (defies, defied, defying)

to defy (face up to; stand to; face)
affronter; défier; faire face à; braver
- affronter werkwoord (affronte, affrontes, affrontons, affrontez, affrontent, affrontais, affrontait, affrontions, affrontiez, affrontaient, affrontai, affrontas, affronta, affrontâmes, affrontâtes, affrontèrent, affronterai, affronteras, affrontera, affronterons, affronterez, affronteront)
- défier werkwoord (défie, défies, défions, défiez, défient, défiais, défiait, défiions, défiiez, défiaient, défiai, défias, défia, défiâmes, défiâtes, défièrent, défierai, défieras, défiera, défierons, défierez, défieront)
- faire face à werkwoord
- braver werkwoord (brave, braves, bravons, bravez, bravent, bravais, bravait, bravions, braviez, bravaient, bravai, bravas, brava, bravâmes, bravâtes, bravèrent, braverai, braveras, bravera, braverons, braverez, braveront)

Conjugations for defy:

present

defy
defy
defies
defy
defy
defy

simple past

defied
defied
defied
defied
defied
defied

present perfect

have defied
have defied
has defied
have defied
have defied
have defied

past continuous

was defying
were defying
was defying
were defying
were defying
were defying

future

shall defy
will defy
will defy
shall defy
will defy
will defy

continuous present

am defying
are defying
is defying
are defying
are defying
are defying

subjunctive

be defied
be defied
be defied
be defied
be defied
be defied

diverse

defy!
let's defy!
defied
defying

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor defy:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
affronter	defy; face; face up to; stand to
braver	defy; face; face up to; stand to
défier	defy; face; face up to; stand to
faire face à	defy; face; face up to; stand to
-	dare; hold; hold up; refuse; resist; withstand

Verwante woorden van "defy":

defying

Synoniemen voor "defy":

withstand; hold; hold up; resist; hold out; stand firm
resist; refuse; elude; escape
dare; challenge

Antoniemen van "defy":

lend oneself

Verwante definities voor "defy":

challenge¹
resist or confront with resistance¹
- The politician defied public opinion¹
elude, especially in a baffling way¹
- This behavior defies explanation¹

Wiktionary: defy

defy

verb

To provoke to combat or strife
- defy → défier

defy

verb

défier sans crainte et avec mépris ; s’opposer à.
- braver → brave; defy; flout
Ne pas obéir, refuser d’obéir à quelqu’un, soit faire ce qui est défendre, être en ne faisant pas ce qui est commander, refuser de se soumettre à une volonté..
- désobéir → disobey; defy; flout; transgress
inciter, exciter.
- provoquer → defy; incite; provoke; challenge; exasperate

Cross Translation:

From	To	Via
• defy	→ braver; affronter	↔ trotseren — niet laten afschrikken door iemand of iets
• defy	→ provoquer	↔ provoceren — (overgankelijk) tarten, uitdagen

Remove Ads

Vertaal defying van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor defying (Engels) in het Frans

defying:

defying bijvoeglijk naamwoord

defying (defiant; facing; braving; provoking)

Vertaal Matrix voor defying:

Verwante woorden van "defying":

defying vorm van defy:

to defy werkwoord (defies, defied, defying)

to defy (face up to; stand to; face)

Conjugations for defy:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor defy:

Verwante woorden van "defy":

Synoniemen voor "defy":

Antoniemen van "defy":

Verwante definities voor "defy":

Wiktionary: defy