Engels

Uitgebreide vertaling voor farmers (Engels) in het Frans

farmers:

farmers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the farmers
    l'agriculteurs; le cultivateurs

Vertaal Matrix voor farmers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agriculteurs farmers
cultivateurs farmers
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- farming population

Verwante woorden van "farmers":


farmer:

farmer [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the farmer (agrarian; agriculturist; rancher)
    le paysan; le fermier; le valet de ferme; le plouc; l'agriculteur; le péquenot; le cultivateur; le rustre
  2. the farmer (agricultral worker; cultivator)
    le fermier; l'agriculteur; le cultivateur; le paysan
  3. the farmer

Vertaal Matrix voor farmer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agriculteur agrarian; agricultral worker; agriculturist; cultivator; farmer; rancher agrarian; agriculturist
cultivateur agrarian; agricultral worker; agriculturist; cultivator; farmer; rancher agrarian; agriculturist; breeder; cultivator; grower; horticulturist; producer
fermier agrarian; agricultral worker; agriculturist; cultivator; farmer; rancher boor; clodhopper; leaseholder; lout; yokel
paysan agrarian; agricultral worker; agriculturist; cultivator; farmer; rancher boor; clodhopper; countryman; lout; rude fellow; rude person; yokel
plouc agrarian; agriculturist; farmer; rancher asshole; boor; brute; clodhopper; dirty bastard; dolt; duffer; hulk; ill-mannered brute; lout; son-of-a-bitch; unlicked cub; yokel
péquenot agrarian; agriculturist; farmer; rancher asshole; boor; clodhopper; dirty bastard; lout; son-of-a-bitch; yokel
rustre agrarian; agriculturist; farmer; rancher boor; brat; bumpkin; clodhopper; jerk; little pest; lout; rascal; rude fellow; shithead; yokel
valet de ferme agrarian; agriculturist; farmer; rancher aid; assistant; farm hand; hand; help; valet
- granger; husbandman; sodbuster
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
exploitant agricole farmer
- agriculturalist; agriculturist
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rustre arrogant; boorish; ill-bred; impudent; insolent; overbearing; plump; presumptuous; rude; rustic; shameless; uncivilised; uncivilized; uneducated; unmannerly

Verwante woorden van "farmer":


Synoniemen voor "farmer":

  • husbandman; granger; sodbuster; creator
  • Farmer; James Leonard Farmer; civil rights leader; civil rights worker; civil rights activist
  • Fannie Farmer; Fannie Merritt Farmer; cook

Verwante definities voor "farmer":

  1. a person who operates a farm1

Wiktionary: farmer

farmer
noun
  1. person who works the land or who keeps livestock
farmer
noun
  1. personne qui, à titre professionnel, cultiver la terre ou élever des animal destiner à être consommer.
  2. agriculture|fr Celui, celle qui cultiver la terre ou qui exploiter une terre, un domaine.
adjective
  1. Relatif à la ferme, au fermage, au fermier.

Cross Translation:
FromToVia
farmer paysan Bauer — jemand, der Ackerbau oder Viehhaltung betreibt; Landwirt
farmer campagnard; paysan; fermier boer — landbouwer

Verwante vertalingen van farmers