Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. sums:
  2. sum:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor sums (Engels) in het Frans

sums:

sums [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sums (amounts)
    le montants; la sommes
    • montants [le ~] zelfstandig naamwoord
    • sommes [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. the sums (total amounts; totals)
    la sommes; l'additions
    • sommes [la ~] zelfstandig naamwoord
    • additions [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sums:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
additions sums; total amounts; totals supplements
montants amounts; sums
sommes amounts; sums; total amounts; totals

Verwante woorden van "sums":


sum:

sum [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sum (amount)
    le montant; la somme
    • montant [le ~] zelfstandig naamwoord
    • somme [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. the sum (addition; total amount; count)
    la somme; l'addition
    • somme [la ~] zelfstandig naamwoord
    • addition [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. the sum (arithmetical problem; answer; result)
    l'exercice de calcul; l'exercice d'arithmétique

Vertaal Matrix voor sum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
addition addition; addition sum; count; footing; sum; total amount account; addendum; adding up; addition; addition to; additive; affix; appendage; appendix; bill; chain; coming together; completion; concentration; count; extension; extra; fill up; filling; finishing; invoice; joining up; new supply; note; padding; replenishment; report; score; sequence; series; stuffing; supplement
exercice d'arithmétique answer; arithmetical problem; result; sum
exercice de calcul answer; arithmetical problem; result; sum
montant amount; sum; total amount amount; sum of money; sum total; total amount
somme addition; addition sum; amount; count; footing; sum; total amount after lunch nap; afternoon nap; amount; dose; dozing; drowsing; nap; napping; number; quantity; siesta; size; snoozing
- aggregate; amount; amount of money; join; sum of money; sum total; summation; total; totality; union
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- sum up; summarise; summarize
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- arithmetic example; sum to be worked out
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
montant aloft; climbing; going up; increasing; mounting; on the increase; rising; rising up; up; uphill; upstairs; upward; upwards

Verwante woorden van "sum":


Synoniemen voor "sum":


Verwante definities voor "sum":

  1. the whole amount1
  2. a quantity obtained by the addition of a group of numbers1
  3. the final aggregate1
    • the sum of all our troubles did not equal the misery they suffered1
  4. a set containing all and only the members of two or more given sets1
  5. a quantity of money1
    • he borrowed a large sum1
  6. be a summary of1

Wiktionary: sum

sum
noun
  1. quantity obtained by addition or aggregation
  2. arithmetic problem
  3. quantity of money
verb
  1. to add together
sum
noun
  1. (mathématiques) résultat de l’addition de plusieurs nombres.
  2. division administratif de deuxième niveau en Mongolie.
verb
  1. (mathématiques) Faire une somme ; additionner.

Cross Translation:
FromToVia
sum somme Summe — Ergebnis der Addition mehrerer Zahlen.

Verwante vertalingen van sums