Engels

Uitgebreide vertaling voor traders (Engels) in het Frans

traders:

traders [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the traders (merchants; dealers)
    le commerçants; le marchands
  2. the traders (vendors; sellers; sales personnel; merchants)
    le vendeurs

Vertaal Matrix voor traders:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
commerçants dealers; merchants; traders trades people
marchands dealers; merchants; traders
vendeurs merchants; sales personnel; sellers; traders; vendors

Verwante woorden van "traders":


traders vorm van trader:

trader [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the trader (dealer; merchant; hawker; seller)
    le commerçant; le marchand; le vendeur; l'entrepreneur; la vendeuse; le colporteur; le négociant; le chef d'entreprise
  2. the trader (self-employed; entrepreneur; merchant; dealer)
    l'entrepreneur; le marchand; le commerçant; le négociant; l'homme d'affaires; le chef d'entreprise indépendant

Vertaal Matrix voor trader:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chef d'entreprise dealer; hawker; merchant; seller; trader manager
chef d'entreprise indépendant dealer; entrepreneur; merchant; self-employed; trader
colporteur dealer; hawker; merchant; seller; trader hawker; peddler; pedlar; street vendor; street-hawker; vendor
commerçant dealer; entrepreneur; hawker; merchant; self-employed; seller; trader retailer
entrepreneur dealer; entrepreneur; hawker; merchant; self-employed; seller; trader builder; building contractor; constructor; contractor; entrepreneur
homme d'affaires dealer; entrepreneur; merchant; self-employed; trader businessman
marchand dealer; entrepreneur; hawker; merchant; self-employed; seller; trader hawker; market vendor; peddler; pedlar; stallholder; vendor
négociant dealer; entrepreneur; hawker; merchant; self-employed; seller; trader merchant
vendeur dealer; hawker; merchant; seller; trader counter-assistant; hawker; peddler; pedlar; representative; salesclerk; salesgirl; salesman; salesperson; seller; shop-assistant; shop-girl; vendor
vendeuse dealer; hawker; merchant; seller; trader counter-assistant; salesclerk; salesgirl; shop-assistant; shop-girl
- bargainer; dealer; monger
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
commerçant dealing; trading; trafficking

Verwante woorden van "trader":


Synoniemen voor "trader":


Verwante definities voor "trader":

  1. someone who purchases and maintains an inventory of goods to be sold1

Wiktionary: trader

trader
noun
  1. one who gains a livelihood from trading
trader
noun
  1. personne qui gagner sa vie faire du commerce.
  2. finan|fr Personne chargée d’acheter ou de vendre des titres.