Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. traffickers:
  2. trafficker:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor traffickers (Engels) in het Frans

traffickers:

traffickers [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the traffickers (hagglers)
    le brocanteurs; l'usuriers; le traficoteurs; le grippes-sou; le trafiqueurs

Vertaal Matrix voor traffickers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brocanteurs hagglers; traffickers wholesale dealers
grippes-sou hagglers; traffickers
traficoteurs hagglers; traffickers
trafiqueurs hagglers; traffickers
usuriers hagglers; traffickers

Verwante woorden van "traffickers":


traffickers vorm van trafficker:

trafficker [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the trafficker (shady trader; cheapskate; horse-trader)
    le chipeur; l'écornifleur; le faucheur; le grippe-sou; le traficoteur

Vertaal Matrix voor trafficker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chipeur cheapskate; horse-trader; shady trader; trafficker cheapskate; haggler; lifter; pilferer; pincher; snatcher
faucheur cheapskate; horse-trader; shady trader; trafficker cheapskate; cutter; grass cutter; grass mower; haggler; lawn mower; mower; pincher
grippe-sou cheapskate; horse-trader; shady trader; trafficker haggler; haggleress; miser; money-grub; niggard; short arms deep pockets; skin-flint; skinflint
traficoteur cheapskate; horse-trader; shady trader; trafficker haggler; miser; money-grub; niggard; short arms deep pockets; skinflint
écornifleur cheapskate; horse-trader; shady trader; trafficker cheapskate; haggler; pampered person; pincher; show-off; showboat; toady
- marketer; seller; vender; vendor

Verwante woorden van "trafficker":


Synoniemen voor "trafficker":


Verwante definities voor "trafficker":

  1. someone who promotes or exchanges goods or services for money1

Wiktionary: trafficker

trafficker
noun
  1. Commerçant