Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- appointment:
- appoint:
-
Wiktionary:
- appointment → afspraak, aanstelling
- appointment → benoeming, beroep, commissie, boodschap, opdracht, ambt, baan, betrekking, werkkring, plaats, post, wachtpost, werkgelegenheid, ontmoeting, afspraak, rendez-vous, colloquium, symposium
- appoint → vaststellen, bepalen, beschikken, aanstellen
- appoint → toewijzen, voor het gerecht dagen, laden, belasten met, opdracht geven, opdragen, afvaardigen, delegeren, aanduiden, aangeven, een teken geven, merken, kenmerken, tekenen, laten zien, tentoonspreiden, tonen, vertonen, wijzen, uitwijzen, aanwijzen, uitduiden, kiezen, uitkiezen, uitlezen, uitpikken, verkiezen, uitzoeken, bepalen, bevestigen, fixeren, tuigeren, vastmaken, vaststellen, definiëren, omschrijven
Engels
Uitgebreide vertaling voor appointment (Engels) in het Nederlands
appointment:
-
the appointment (date)
-
the appointment (job; commission; nomination)
-
the appointment (definition; declaration; determination; ascertainment; establishment; fixation; settlement)
-
the appointment (nomination)
-
the appointment
– An activity represented by a time interval that has a start time, an end time, and a duration. 1 -
the appointment
– A calendar item in the Exchange store. Appointments do not include other people or resources. 1
Vertaal Matrix voor appointment:
Verwante woorden van "appointment":
Synoniemen voor "appointment":
Verwante definities voor "appointment":
Wiktionary: appointment
appointment
Cross Translation:
noun
appointment
-
stipulation; agreement
- appointment → afspraak
-
arrangement for a meeting; an engagement
- appointment → afspraak
-
act of appointing; designation of a person to hold an office
- appointment → aanstelling
noun
-
benoeming.
-
een overeenkomst
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• appointment | → benoeming; beroep | ↔ Berufung — Ernennung in ein öffentliches Amt von Kirche oder Staat (Höchstrichter, Priester, Universitätsprofessor usw.) oder Anstellung eines Künstlers (Dirigent, Theaterdirektor, Schauspieler, Musiker usw.) |
• appointment | → commissie; boodschap; opdracht | ↔ commission — mandat, charge que l’on donner à quelqu’un de faire quelque chose. |
• appointment | → ambt; baan; betrekking; werkkring; plaats; post; wachtpost; werkgelegenheid | ↔ emploi — usage qu’on fait de quelque chose. |
• appointment | → ontmoeting; afspraak; rendez-vous; colloquium; symposium | ↔ rencontre — Traductions à trier suivant le sens. |
• appointment | → rendez-vous | ↔ rendez-vous — Réunion prévue entre plusieurs personnes |
appoint:
Vertaal Matrix voor appoint:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanbevelen | advise; appoint; consider; elect; nominate; present; propose; recommend; suggest | praise; recommend |
aanraden | advise; appoint; consider; elect; nominate; present; propose; recommend; suggest | advise; recommend; suggest |
aanstellen | appoint; establish; instal; install; institute | |
benoemen | appoint; establish; instal; install; institute; nominate | call; denominate; mention; name; stamp one's foot; term |
iemand recommanderen | advise; appoint; consider; elect; nominate; present; propose; recommend; suggest | |
in functie aanstellen | appoint; nominate | |
installeren | appoint; establish; instal; install; institute | arrange; assemble; construct; fit; instal; install; lay; place; set up |
nomineren | advise; appoint; consider; elect; nominate; present; propose; recommend; suggest | |
voordragen | advise; appoint; consider; elect; nominate; present; propose; recommend; suggest | declaim; orate; recite |
- | charge; constitute; name; nominate |
Verwante woorden van "appoint":
Synoniemen voor "appoint":
Verwante definities voor "appoint":
Wiktionary: appoint
appoint
Cross Translation:
verb
appoint
-
to constitute; to ordain; to prescribe; to fix the time and place of
- appoint → vaststellen; bepalen; beschikken
verb
-
benoemen
Cross Translation:
Computer vertaling door derden: