Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. frequent:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor frequent:
    • veelvoorkomend
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. frequent:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor frequent (Engels) in het Nederlands

frequent:

frequent bijvoeglijk naamwoord

  1. frequent (regular; regularly; frequently; normal; at set times)
    regelmatig; regulier; geregeld; op vaste tijden
  2. frequent (repeated; recurrent)
    herhaald

to frequent werkwoord (frequents, frequented, frequenting)

  1. to frequent
    frequenteren
    • frequenteren werkwoord (frequenteer, frequenteert, frequenteerde, frequenteerden, gefrequenteerd)

Conjugations for frequent:

present
  1. frequent
  2. frequent
  3. frequents
  4. frequent
  5. frequent
  6. frequent
simple past
  1. frequented
  2. frequented
  3. frequented
  4. frequented
  5. frequented
  6. frequented
present perfect
  1. have frequented
  2. have frequented
  3. has frequented
  4. have frequented
  5. have frequented
  6. have frequented
past continuous
  1. was frequenting
  2. were frequenting
  3. was frequenting
  4. were frequenting
  5. were frequenting
  6. were frequenting
future
  1. shall frequent
  2. will frequent
  3. will frequent
  4. shall frequent
  5. will frequent
  6. will frequent
continuous present
  1. am frequenting
  2. are frequenting
  3. is frequenting
  4. are frequenting
  5. are frequenting
  6. are frequenting
subjunctive
  1. be frequented
  2. be frequented
  3. be frequented
  4. be frequented
  5. be frequented
  6. be frequented
diverse
  1. frequent!
  2. let's frequent!
  3. frequented
  4. frequenting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor frequent:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frequenteren frequent
- buy at; haunt; patronise; patronize; shop; shop at; sponsor
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geregeld at set times; frequent; frequently; normal; regular; regularly arranged; frequently; often; organised; organized; regularly; systematically
herhaald frequent; recurrent; repeated
regelmatig at set times; frequent; frequently; normal; regular; regularly frequently; often; regular; regularly; systematically; with regularity
regulier at set times; frequent; frequently; normal; regular; regularly
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
regelmatig frequently; many times; often
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- travel by; use
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
op vaste tijden at set times; frequent; frequently; normal; regular; regularly

Verwante woorden van "frequent":


Synoniemen voor "frequent":


Antoniemen van "frequent":


Verwante definities voor "frequent":

  1. frequently encountered1
    • a frequent (or common) error is using the transitive verb `lay' for the intransitive `lie'1
  2. coming at short intervals or habitually1
    • a frequent guest1
    • frequent complaints1
  3. be a regular or frequent visitor to a certain place1
  4. do one's shopping at; do business with; be a customer or client of1

Wiktionary: frequent

frequent
adjective
  1. done or occurring often
frequent
adjective
  1. vaak voorkomend
  2. met grote regelmaat, vrijwel altijd
  3. vaak

Cross Translation:
FromToVia
frequent veelvuldig; talrijk; vaak; dikwijls häufig — vielfach vorkommend, viele Male, immer wieder auftretend
frequent veelvuldig fréquent — Qui se reproduire souvent.
frequent bezoeken; over de vloer komen; verkeren fréquenteraller souvent dans un lieu.

User Translations:
Word Translation Votes
frequent veelvoorkomend 13

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van frequent



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor frequent (Nederlands) in het Engels

frequent:

frequent bijwoord

  1. frequent (dikwijls; vaak; veelvuldig; )
    frequently; often; many times

Vertaal Matrix voor frequent:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frequently dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig geregeld; met vast ritme; op vaste tijden; regelmatig; regulier; vaak; veel
many times dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig
often dikwijls; frequent; meermaals; menigmaal; regelmatig; vaak; veelvuldig doorgaans; geregeld; meestal; met vast ritme; regelmatig; vaak; veel; veelal

Verwante woorden van "frequent":

  • frequenter, frequentere, frequentst, frequentste, frequente

Wiktionary: frequent

frequent
adjective
  1. vaak voorkomend
frequent
adjective
  1. done or occurring often

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van frequent