Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: tourist

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: tourist

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

tourist:
- toeristisch
- vakantieganger; toerist; vakantiereiziger
Wiktionary:
- tourist → toerist, toeriste
- tourist → toerist

Engels

Uitgebreide vertaling voor tourist (Engels) in het Nederlands

tourist:

tourist bijvoeglijk naamwoord

tourist
toeristisch
- toeristisch bijvoeglijk naamwoord

tourist [the ~] zelfstandig naamwoord

the tourist
de vakantieganger; de toerist; vakantiereiziger
- vakantieganger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- toerist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vakantiereiziger [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tourist:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
toerist	tourist
vakantieganger	tourist	holiday-maker; recreationist
vakantiereiziger	tourist
-	holidaymaker; tourer
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
toeristisch	tourist

Verwante woorden van "tourist":

tourists

Synoniemen voor "tourist":

tourer; holidaymaker; traveler; traveller

Verwante definities voor "tourist":

someone who travels for pleasure¹

Wiktionary: tourist

tourist

noun

Someone who travels for pleasure
- tourist → toerist; toeriste

tourist

noun

een mannelijk persoon die voor zijn plezier reist
- toerist → tourist
een vrouwelijk persoon die voor haar plezier reist
- toeriste → tourist

Cross Translation:

From	To	Via
• tourist	→ toerist	↔ Tourist — Person, die zu ihrem Vergnügen reist

Verwante vertalingen van tourist

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University