Overzicht
Engels
Uitgebreide vertaling voor jack (Engels) in het Nederlands
jack:
Conjugations for jack:
present
- jack
- jack
- jacks
- jack
- jack
- jack
simple past
- jacked
- jacked
- jacked
- jacked
- jacked
- jacked
present perfect
- have jacked
- have jacked
- has jacked
- have jacked
- have jacked
- have jacked
past continuous
- was jacking
- were jacking
- was jacking
- were jacking
- were jacking
- were jacking
future
- shall jack
- will jack
- will jack
- shall jack
- will jack
- will jack
continuous present
- am jacking
- are jacking
- is jacking
- are jacking
- are jacking
- are jacking
subjunctive
- be jacked
- be jacked
- be jacked
- be jacked
- be jacked
- be jacked
diverse
- jack!
- let's jack!
- jacked
- jacking
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor jack:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
krik | jack | screw jack |
- | jackass; jackfruit; jackstones; jak; knave; laborer; labourer; manual laborer | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
vijzelen | crush; jack; lever | |
- | jack up; jacklight |
Verwante woorden van "jack":
Synoniemen voor "jack":
Verwante definities voor "jack":
Jack:
Vertaal Matrix voor Jack:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | Jack-tar; gob; mariner; old salt; sea dog; seafarer; seaman; tar |
Verwante definities voor "Jack":
Verwante vertalingen van jack
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor jack (Nederlands) in het Engels
jack:
-
het jack
– sportief kort jasje voor buiten, met strakke boord onderaan 2
Vertaal Matrix voor jack:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
coat | jack | huid; jas; mantel; overjas; vel |
jacket | jack | colbert; halflange herenjas; jak; jas; jasje; jekker; mantel; overjas |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
coat | bedekken; met iets bestrijken |