Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: bias

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: bias

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

bias:
- vooroordeel; vooringenomenheid; partijdigheid
Wiktionary:
- bias → vooringenomenheid, vooroordeel
- bias → vooringenomenheid, vooropgezette mening, vooroordeel, prejudicie, prejugé, richting, stemming, strekking, stroming, tendentie, tendens, trend

Engels

Uitgebreide vertaling voor bias (Engels) in het Nederlands

bias:

bias [the ~] zelfstandig naamwoord

the bias (prejudice; preconceived opinion)
het vooroordeel
- vooroordeel [het ~] zelfstandig naamwoord
the bias (prejudice; preconceived opinion)
de vooringenomenheid
- vooringenomenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the bias (prejudice)
de partijdigheid
- partijdigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bias:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
partijdigheid	bias; prejudice
vooringenomenheid	bias; preconceived opinion; prejudice
vooroordeel	bias; preconceived opinion; prejudice
-	diagonal; preconception; prejudice
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	predetermine
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	angle; prejudice; slant; weight

Verwante woorden van "bias":

biased, biases

Synoniemen voor "bias":

oblique
prejudice; preconception; partiality; partisanship
diagonal; straight line
prejudice; prepossess
predetermine

Verwante definities voor "bias":

slanting diagonally across the grain of a fabric¹
- a bias fold¹
a partiality that prevents objective consideration of an issue or situation¹
a line or cut across a fabric that is not at right angles to a side of the fabric¹
cause to be biased¹
influence in an unfair way¹
- you are biasing my choice by telling me yours¹

Wiktionary: bias

bias

noun

inclination towards something; predisposition, partiality
- bias → vooringenomenheid; vooroordeel

Cross Translation:

From	To	Via
• bias	→ vooringenomenheid; vooropgezette mening; vooroordeel; prejudicie; prejugé	↔ préjugé — juri\|fr (vieilli) Ce qui juger auparavant dans un cas semblable ou analogue.
• bias	→ richting; stemming; strekking; stroming; tendentie; tendens; trend	↔ tendance — Action, force par laquelle un corps tend à se mouvoir d’un côté.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University