Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
overwinter:
-
Wiktionary:
overwinter → laten overwinteren, overwinteren -
Synoniemen voor "overwinter":
winter; spend; pass
-
Wiktionary:
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- overwinteren:
-
Wiktionary:
- overwinteren → overwinter, hibernate
Engels
Uitgebreide vertaling voor overwinter (Engels) in het Nederlands
overwinter: (*Woord en zin splitter gebruikt)
overwinter:
Vertaal Matrix voor overwinter:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | winter |
Synoniemen voor "overwinter":
Verwante definities voor "overwinter":
Wiktionary: overwinter
overwinter
verb
overwinter
-
to keep or preserve for the winter
- overwinter → laten overwinteren
-
to spend the winter (in a particular place)
- overwinter → overwinteren
verb
-
de winter doorbrengen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor overwinter (Nederlands) in het Engels
overwinter vorm van overwinteren:
-
overwinteren
Conjugations for overwinteren:
o.t.t.
- overwinter
- overwintert
- overwintert
- overwinteren
- overwinteren
- overwinteren
o.v.t.
- overwinterde
- overwinterde
- overwinterde
- overwinterden
- overwinterden
- overwinterden
v.t.t.
- heb overwinterd
- hebt overwinterd
- heeft overwinterd
- hebben overwinterd
- hebben overwinterd
- hebben overwinterd
v.v.t.
- had overwinterd
- had overwinterd
- had overwinterd
- hadden overwinterd
- hadden overwinterd
- hadden overwinterd
o.t.t.t.
- zal overwinteren
- zult overwinteren
- zal overwinteren
- zullen overwinteren
- zullen overwinteren
- zullen overwinteren
o.v.t.t.
- zou overwinteren
- zou overwinteren
- zou overwinteren
- zouden overwinteren
- zouden overwinteren
- zouden overwinteren
diversen
- overwinter!
- overwintert!
- overwinterd
- overwinterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor overwinteren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
winter | winter | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hibernate | overwinteren | sluimerstand |
winter | overwinteren |
Wiktionary: overwinteren
overwinteren
verb
overwinteren
-
de winter doorbrengen
- overwinteren → overwinter
verb
-
winter sleep
-
to spend the winter (in a particular place)