Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bunk:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor bunk (Engels) in het Nederlands

bunk:

bunk [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bunk (couchette; berth)
    de couchette
  2. the bunk (bunk-bed; settee-bed)
    de slaapbank; de bedbank; slaapmeubel
  3. the bunk (moonlight flit; take French leave; abscond)
    de noorderzon

Vertaal Matrix voor bunk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedbank bunk; bunk-bed; settee-bed
couchette berth; bunk; couchette
noorderzon abscond; bunk; moonlight flit; take French leave
slaapbank bunk; bunk-bed; settee-bed
slaapmeubel bunk; bunk-bed; settee-bed
- berth; built in bed; buncombe; bunk bed; bunkum; feed bunk; guff; hogwash; hokum; meaninglessness; nonsense; nonsensicality; rot
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- beat

Verwante woorden van "bunk":

  • debunk, bunks

Synoniemen voor "bunk":


Verwante definities voor "bunk":

  1. a bed on a ship or train; usually in tiers1
  2. a rough bed (as at a campsite)1
  3. a long trough for feeding cattle1
  4. beds built one above the other1
  5. a message that seems to convey no meaning1
  6. unacceptable behavior (especially ludicrously false statements)1
  7. provide with a bunk1
    • We bunked the children upstairs1
  8. avoid paying1

Wiktionary: bunk

bunk
noun
  1. te controleren vertalingen
  2. slaapplaats op een schip

Cross Translation:
FromToVia
bunk spijbelen faire l’école buissonnièremanquer l’école volontairement.

Verwante vertalingen van bunk