Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. kit:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kit:
  2. kitten:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor kit (Engels) in het Nederlands

kit:

kit [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the kit (equipment; attire; outfit; gear)
    de uitrusting; de outfit; de outillage; de versiering; de uitmonstering; benodigde; de uitzet; de monstering
  2. the kit (equipment)
    de uitrusting; de toerusting
  3. the kit (equipment; outfit)
    het uitrustingsstuk
  4. the kit (equipment; outfit)
    de uitrustingsstukken
  5. the kit (kit item)
    – A single item with an item number that consists of one or more component items from inventory or a product catalog. 1

Vertaal Matrix voor kit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
benodigde attire; equipment; gear; kit; outfit
kit adhesive; coal-scuttle; deposit; glue; jug; patina
monstering attire; equipment; gear; kit; outfit
outfit attire; equipment; gear; kit; outfit
outillage attire; equipment; gear; kit; outfit
toerusting equipment; kit
uitmonstering attire; equipment; gear; kit; outfit
uitrusting attire; equipment; gear; kit; outfit
uitrustingsstuk equipment; kit; outfit
uitrustingsstukken equipment; kit; outfit
uitzet attire; equipment; gear; kit; outfit trousseau
versiering attire; equipment; gear; kit; outfit adornment; attire; buttonhole; corsage; decoration; drapery; finery; furnishing; garnishing; ornament; trappings
- outfit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- kit out; kit up
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kit kit; kit item
kitartikel kit; kit item

Verwante woorden van "kit":

  • kits

Synoniemen voor "kit":


Verwante definities voor "kit":

  1. young of any of various fur-bearing animals2
    • a fox kit2
  2. gear consisting of a set of articles or tools for a specified purpose2
  3. a case for containing a set of articles2
  4. supply with a set of articles or tools2
  5. A single item with an item number that consists of one or more component items from inventory or a product catalog.1

Wiktionary: kit

kit
noun
  1. equipment

Cross Translation:
FromToVia
kit garnering; garnituur; stelletje garniture — Traductions à trier suivant le sens
kit kit; zelfbouwpakket kitpanoplie, fourniment ou attirail. note L'usage de ce terme est critiqué par l'OQLF puisqu'il s'agit d'un calque sur l'anglais ; on devrait plutôt utiliser équipement.
kit gereedschap; outillage; gerei matérielensemble des objets de toute nature qui sont employés à quelque service public, par opposition à personnel, qui s’entend de toutes les personnes attachées à ce même service. Ensemble des matériaux et des outils nécessaires à une fabrication, une [[concep

Verwante vertalingen van kit



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kit (Nederlands) in het Engels

kit:

kit [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de kit (kolenkit; kolenemmer; kolenbak)
    the coal-scuttle; the jug
    • coal-scuttle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • jug [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de kit (lijm; kleefstof; plak; plaksel)
    the adhesive; the glue; the patina; the deposit
    • adhesive [the ~] zelfstandig naamwoord
    • glue [the ~] zelfstandig naamwoord
    • patina [the ~] zelfstandig naamwoord
    • deposit [the ~] zelfstandig naamwoord

kit

  1. kit (kitartikel)
    the kit; the kit item
    – A single item with an item number that consists of one or more component items from inventory or a product catalog. 1
    • kit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • kit item [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adhesive kit; kleefstof; lijm; plak; plaksel kleefmiddel; kleefpasta; plakmiddel
coal-scuttle kit; kolenbak; kolenemmer; kolenkit
deposit kit; kleefstof; lijm; plak; plaksel aanbetaling; afzetsel; belegging; bezinksel; deposito; depot; drab; droesem; geldbelegging; grondsop; grondsoppen; inleg; investering; minimum inleg; residu; sediment; statiegeld; storting; zetsel
glue kit; kleefstof; lijm; plak; plaksel kleefmiddel; kleefpasta; plakmiddel
jug kit; kolenbak; kolenemmer; kolenkit kan; kannetje; kroes; kruik; lampetkan; lampetkom; pul; schenkkan; schenkkannetje
kit kit; kitartikel benodigde; monstering; outfit; outillage; toerusting; uitmonstering; uitrusting; uitrustingsstuk; uitrustingsstukken; uitzet; versiering
kit item kit; kitartikel
patina kit; kleefstof; lijm; plak; plaksel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deposit aanbetalen; bijstorten; deponeren; geld overmaken; in bewaring geven; leggen; neerleggen; neerzetten; op rekening storten; overboeken; overschrijven; overzenden; plaatsen; stationeren; storten; zetten
glue aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; hechten; iets vastkleven; kitten; kleven; klitten; lijmen; opplakken; plakken; vasthechten; vastkleven; vastlijmen; vastplakken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adhesive klevend

Verwante woorden van "kit":


Wiktionary: kit

kit
noun
  1. substance for filling and/or sealing
  2. derogatory slang for police officer
  3. material used to seal a surface so as to prevent passage of a fluid

Cross Translation:
FromToVia
kit kit kitpanoplie, fourniment ou attirail. note L'usage de ce terme est critiqué par l'OQLF puisqu'il s'agit d'un calque sur l'anglais ; on devrait plutôt utiliser équipement.

kit vorm van kitten:

kitten werkwoord (kit, kitte, kitten, gekit)

  1. kitten
    to glue
    • glue werkwoord (glues, glued, glueing)

Conjugations for kitten:

o.t.t.
  1. kit
  2. kit
  3. kit
  4. kitten
  5. kitten
  6. kitten
o.v.t.
  1. kitte
  2. kitte
  3. kitte
  4. kitten
  5. kitten
  6. kitten
v.t.t.
  1. heb gekit
  2. hebt gekit
  3. heeft gekit
  4. hebben gekit
  5. hebben gekit
  6. hebben gekit
v.v.t.
  1. had gekit
  2. had gekit
  3. had gekit
  4. hadden gekit
  5. hadden gekit
  6. hadden gekit
o.t.t.t.
  1. zal kitten
  2. zult kitten
  3. zal kitten
  4. zullen kitten
  5. zullen kitten
  6. zullen kitten
o.v.t.t.
  1. zou kitten
  2. zou kitten
  3. zou kitten
  4. zouden kitten
  5. zouden kitten
  6. zouden kitten
en verder
  1. is gekit
diversen
  1. kit!
  2. kit!
  3. gekit
  4. kittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kitten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glue kit; kleefmiddel; kleefpasta; kleefstof; lijm; plak; plakmiddel; plaksel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
glue kitten aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; hechten; iets vastkleven; kleven; klitten; lijmen; opplakken; plakken; vasthechten; vastkleven; vastlijmen; vastplakken

Verwante woorden van "kitten":


Wiktionary: kitten

kitten
noun
  1. A young cat
verb
  1. to seal joints with caulk

Cross Translation:
FromToVia
kitten kitten chaton — Petit chat