Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. room:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. room:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor room (Engels) in het Nederlands

room:

room [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the room (chamber)
    de kamer; ruimte in een gebouw; het vertrekken; het vertrek
  2. the room (hall; chamber)
    grote kamer; de zaal
    • grote kamer [znw.] zelfstandig naamwoord
    • zaal [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. the room (hotel room; guest chamber)
    de hotelkamer
  4. the room (breakout room)
    – A shared space where smaller groups of attendees can meet separately. 1
    de ruimte; aparte vergaderruimte

Vertaal Matrix voor room:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grote kamer chamber; hall; room
hotelkamer guest chamber; hotel room; room
kamer chamber; room States General Chamber; parliament
ruimte breakout room; room outer space; space; universe
ruimte in een gebouw chamber; room
vertrek chamber; room departing; departure; going away; leaving; sailing; starting; taking off
vertrekken chamber; room chambers; depart; leave; leaving; rooms
zaal chamber; hall; room
- elbow room; way
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vertrekken abandon; break up; depart; depart from; go; go away; leave; retire; secede from; take off; withdraw
- board
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
aparte vergaderruimte breakout room; room
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- space

Verwante woorden van "room":


Synoniemen voor "room":


Verwante definities voor "room":

  1. an area within a building enclosed by walls and floor and ceiling2
    • the rooms were very small but they had a nice view2
  2. the people who are present in a room2
    • the whole room was cheering2
  3. space for movement2
    • room to pass2
  4. opportunity for2
    • room for improvement2
  5. live and take one's meals at or in2
    • she rooms in an old boarding house2
  6. A shared space where smaller groups of attendees can meet separately.1

Wiktionary: room

room
noun
  1. space
  2. division in a building
room
noun
  1. deel van een huis
  2. een ruim vertrek dat voor een bepaald doel gebruikt wordt
  3. vertrek, kamer
  4. een afgesloten deel van een woning

Cross Translation:
FromToVia
room plaats; ruimte Platzohne Plural: verfügbarer Raum
room kamer; plaats pièce — Partie d’un logement
room kamer; lokaal; vertrek sallepièce d’un bâtiment.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van room



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor room (Nederlands) in het Engels

room:

room [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de room
    the cream
    • cream [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor room:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cream room crème; huidcrème; smeerseltje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cream afromen; afschuimen; afspanen

Verwante woorden van "room":


Wiktionary: room

room
noun
  1. de vette delen van melk waarvan boter gemaakt wordt. Room wordt, wanneer gezoet, gebruikt bij het vervaardigen van slagroom, voor het decoreren van gebak en bij het vullen van bonbons
room
noun
  1. oily part of milk

Cross Translation:
FromToVia
room cream Rahm — fettreicher Teil der Milch, der beim Stehenlassen eine obere Phase bildet
room cream Sahne — fettreicher Teil der Milch, der beim Stehenlassen eine obere Phase bildet
room cream crème — partie la plus grasse du lait

Computer vertaling door derden: