Uitgebreide vertaling voor thump (Engels) in het Nederlands
thump:
-
slaan;
bonken;
rammen;
hameren
-
slaan
werkwoord
(sla, slaat, sloeg, sloegen, geslagen)
-
bonken
werkwoord
(bonk, bonkt, bonkte, bonkten, gebonkt)
-
rammen
werkwoord
(ram, ramt, ramde, ramden, geramd)
-
hameren
werkwoord
(hamer, hamert, hamerde, hamerden, gehamerd)
-
rammen;
stompen;
hengsten
-
rammen
werkwoord
(ram, ramt, ramde, ramden, geramd)
-
stompen
werkwoord
(stomp, stompt, stompte, stompten, gestompt)
-
hengsten
werkwoord
(hengst, hengstte, hengstten, gehengst)
Conjugations for thump:
present
- thump
- thump
- thumps
- thump
- thump
- thump
simple past
- thumped
- thumped
- thumped
- thumped
- thumped
- thumped
present perfect
- have thumped
- have thumped
- has thumped
- have thumped
- have thumped
- have thumped
past continuous
- was thumping
- were thumping
- was thumping
- were thumping
- were thumping
- were thumping
future
- shall thump
- will thump
- will thump
- shall thump
- will thump
- will thump
continuous present
- am thumping
- are thumping
- is thumping
- are thumping
- are thumping
- are thumping
subjunctive
- be thumped
- be thumped
- be thumped
- be thumped
- be thumped
- be thumped
diverse
- thump!
- let's thump!
- thumped
- thumping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
de dreun;
de klap;
de knal;
de smak;
de kwak
-
dreun
[
de ~ (m)]
zelfstandig naamwoord
-
klap
[
de ~ (m)]
zelfstandig naamwoord
-
knal
[
de ~ (m)]
zelfstandig naamwoord
-
smak
[
de ~ (m)]
zelfstandig naamwoord
-
kwak
[
de ~ (m)]
zelfstandig naamwoord
-
de bons;
de pof
-
bons
[
de ~ (m)]
zelfstandig naamwoord,
mv.
-
pof
[
de ~ (m)]
zelfstandig naamwoord
Vertaal Matrix voor thump:
Verwante woorden van "thump":
Synoniemen voor "thump":
Verwante definities voor "thump":
-
a heavy blow with the hand1
-
a heavy dull sound (as made by impact of heavy objects)1
-
hit hard with the hand, fist, or some heavy instrument1
-
move rhythmically1
-
make a dull sound1
Computer vertaling door derden: