Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. grandson:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor grandson (Engels) in het Nederlands

grandson:

grandson [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the grandson
    de kleinzoon

Vertaal Matrix voor grandson:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kleinzoon grandson

Verwante woorden van "grandson":

  • grandsons

Synoniemen voor "grandson":


Verwante definities voor "grandson":

  1. a male grandchild1

Wiktionary: grandson

grandson
noun
  1. son of one's child
grandson
noun
  1. een zoon van iemands kind, een mannelijk kleinkind

Cross Translation:
FromToVia
grandson kleinzoon petit-filsfils du fils ou de la fille d'une personne.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van grandson