Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. shelf:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor shelf (Engels) in het Nederlands

shelf:

shelf [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the shelf
    de plank; de schap
    • plank [de ~] zelfstandig naamwoord
    • schap [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. the shelf (board)
    de lat; smalle plank; de schroot
    • lat [de ~] zelfstandig naamwoord
    • smalle plank [znw.] zelfstandig naamwoord
    • schroot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. the shelf (shelve; board; plank)
    legbord
    • legbord [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor shelf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lat board; shelf
legbord board; plank; shelf; shelve
plank shelf
schap shelf
schroot board; shelf old iron; refuse iron; scrap; scrap iron; scrap metal
smalle plank board; shelf
- ledge
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- ledge

Verwante woorden van "shelf":


Synoniemen voor "shelf":


Verwante definities voor "shelf":

  1. a support that consists of a horizontal surface for holding objects1
  2. a projecting ridge on a mountain or submerged under water1

Wiktionary: shelf

shelf
noun
  1. structure
  2. capacity
  3. projecting ledge resembling a shelf

Cross Translation:
FromToVia
shelf plank; schap Etagereveraltend: Regalbrett, offenes Regal für Bücher, Geschirr, Gewürze, Toilettartikel und andere Dinge
shelf plank; bord; tablet; schap; bed; bloemperk; perk; tuinbed planche — ais de bois, mince et long
shelf boord; revers rebordbord élever et ordinairement ajouter, rapporter.
shelf tablet; plankje tabletteplaque de petite dimension présentant une surface plane et une faible épaisseur, sur laquelle on peut tracer ou graver des signes.
shelf schap; plank étagère — Meuble constitué de planches superposées.

Verwante vertalingen van shelf