Engels

Uitgebreide vertaling voor summons (Engels) in het Nederlands

summons:

summons [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the summons (citation)
    de dagvaarding; de daging
    • dagvaarding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • daging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the summons (summon; subpoena)
    de dagvaarding
  3. the summons (notification; subpoena; warrant)
    deurwaardersexploot; de sommatie; de kennisgeving; de aanschrijving
  4. the summons (receipts; notes of remittance; remittance-notes)
    de bekeuringen; de bonnen
    • bekeuringen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • bonnen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  5. the summons (reminder)
    maning
    • maning [znw.] zelfstandig naamwoord
  6. the summons (convocation; call)
    de convocatie; de oproeping
  7. the summons (notification; announcement; subpoena)
    de kennisgeving; de aanschrijving; de aanzegging
  8. the summons (calls; citations)
    de dagvaardingen; de dagingen

Vertaal Matrix voor summons:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanschrijving announcement; notification; subpoena; summons; warrant
aanzegging announcement; notification; subpoena; summons
bekeuringen notes of remittance; receipts; remittance-notes; summons
bonnen notes of remittance; receipts; remittance-notes; summons receipts
convocatie call; convocation; summons announcement; information; notice; notification; proclamation
daging citation; summons
dagingen calls; citations; summons
dagvaarding citation; subpoena; summon; summons
dagvaardingen calls; citations; summons
deurwaardersexploot notification; subpoena; summons; warrant
kennisgeving announcement; notification; subpoena; summons; warrant announcement; declaration; information; making known; notice; notification; proclamation; publication
maning reminder; summons
oproeping call; convocation; summons
sommatie notification; subpoena; summons; warrant
- bidding; process
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- cite; summon

Verwante woorden van "summons":


Synoniemen voor "summons":


Verwante definities voor "summons":

  1. a writ issued by authority of law; usually compels the defendant's attendance in a civil suit; failure to appear results in a default judgment against the defendant1
  2. an order to appear in person at a given place and time1
  3. a request to be present1
  4. call in an official matter, such as to attend court1

Wiktionary: summons

summons
noun
  1. een oproep om voor een rechtbank te verschijnen

Cross Translation:
FromToVia
summons oproep; dagvaarding AufrufAufforderung an eine bestimmte Person oder Personengruppe/Organisation
summons roep; kreet Ruf — ein Laut, der an jemanden adressiert ist
summons toewijzen; voor het gerecht dagen adjuger — procédure|fr déclarer par autorité de justice qu’une personne devenir propriétaire d’un bien meuble ou immeuble mis à l’enchère.
summons toewijzen; voor het gerecht dagen alloueraccorder quelque chose à quelqu'un.
summons toewijzen; voor het gerecht dagen assignerdéterminer, faire connaître.
summons aanmaning; aansporing; vermaning; waarschuwing; vermaan sommationaction de sommer, de mettre en demeure.

summon:

to summon werkwoord (summons, summoned, summoning)

  1. to summon (call up)
    oproepen; ontbieden; laten komen; tevoorschijn roepen
    • oproepen werkwoord (roep op, roept op, riep op, riepen op, opgeroepen)
    • ontbieden werkwoord (ontbied, ontbiedt, ontbood, ontboden, ontboden)
    • laten komen werkwoord (laat komen, liet komen, lieten komen, laten komen)
  2. to summon (call upon; dun; exhort)
    aanmanen; aanmanen tot een verplichting; sommeren; manen
  3. to summon (send for; subpoena; remind)
    oproepen; sommeren; ontbieden
    • oproepen werkwoord (roep op, roept op, riep op, riepen op, opgeroepen)
    • sommeren werkwoord (sommeer, sommeert, sommeerde, sommeerden, gesommeerd)
    • ontbieden werkwoord (ontbied, ontbiedt, ontbood, ontboden, ontboden)
  4. to summon (subpoena)
    dagvaarden
    • dagvaarden werkwoord (dagvaard, dagvaardt, dagvaardde, dagvaardden, gedagvaard)
  5. to summon (subpoena)

Conjugations for summon:

present
  1. summon
  2. summon
  3. summons
  4. summon
  5. summon
  6. summon
simple past
  1. summoned
  2. summoned
  3. summoned
  4. summoned
  5. summoned
  6. summoned
present perfect
  1. have summoned
  2. have summoned
  3. has summoned
  4. have summoned
  5. have summoned
  6. have summoned
past continuous
  1. was summoning
  2. were summoning
  3. was summoning
  4. were summoning
  5. were summoning
  6. were summoning
future
  1. shall summon
  2. will summon
  3. will summon
  4. shall summon
  5. will summon
  6. will summon
continuous present
  1. am summoning
  2. are summoning
  3. is summoning
  4. are summoning
  5. are summoning
  6. are summoning
subjunctive
  1. be summoned
  2. be summoned
  3. be summoned
  4. be summoned
  5. be summoned
  6. be summoned
diverse
  1. summon!
  2. let's summon!
  3. summoned
  4. summoning
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

summon [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the summon (subpoena; summons)
    de dagvaarding

Vertaal Matrix voor summon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dagen days
dagvaarding subpoena; summon; summons citation; summons
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmanen call upon; dun; exhort; summon
aanmanen tot een verplichting call upon; dun; exhort; summon
dagen subpoena; summon dawn
dagvaarden subpoena; summon
laten komen call up; summon
manen call upon; dun; exhort; summon admonish; blame; castigate; decry; denounce; dun; exhort; rebuke; remind forcefully; remind strongly; reprimand; reprove; scarify; urge; warn
ontbieden call up; remind; send for; subpoena; summon
oproepen call up; remind; send for; subpoena; summon
sommeren call upon; dun; exhort; remind; send for; subpoena; summon
tevoorschijn roepen call up; summon
voor het gerecht dagen subpoena; summon
voor het gerecht ontbieden subpoena; summon
voor het gerecht roepen subpoena; summon
- cite; come up; marshal; marshall; mobilise; mobilize; muster; muster up; rally; summons
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- call; call in; request; send for

Verwante woorden van "summon":


Synoniemen voor "summon":


Verwante definities voor "summon":

  1. make ready for action or use1
  2. call in an official matter, such as to attend court1
  3. ask to come1
    • summon a lawyer1
  4. gather or bring together1

Wiktionary: summon

summon
verb
  1. to call people together
  2. to ask someone to come
summon
verb
  1. voor een rechtszitting oproepen
noun
  1. (overgankelijk) om iemands aanwezigheid verzoeken

Cross Translation:
FromToVia
summon noemen; heten; opnoemen; roepen; opbellen; benoemen; appeleren; een beroep doen op appelerdésigner quelqu’un par son nom ; pourvoir quelqu’un d’un nom.
summon aanroepen; oproepen; praaien invoquerappeler à son secours, à son aide, par une prière.