Engels

Uitgebreide vertaling voor familiarity (Engels) in het Nederlands

familiarity:

familiarity [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the familiarity
    de vertrouwdheid

Vertaal Matrix voor familiarity:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vertrouwdheid familiarity
- acquaintance; casualness; closeness; conversance; conversancy; impropriety; indecorum; intimacy; liberty
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- intimacy

Verwante woorden van "familiarity":

  • unfamiliarity

Synoniemen voor "familiarity":


Antoniemen van "familiarity":

  • unfamiliarity

Verwante definities voor "familiarity":

  1. an act of undue intimacy1
  2. close or warm friendship1
  3. usualness by virtue of being familiar or well known1
  4. a casual manner1
  5. personal knowledge or information about someone or something1