Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. climax:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. climax:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor climax (Engels) in het Nederlands

climax:

climax [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the climax (highest point; peak; culmination; )
    het hoogtepunt; de climax
    • hoogtepunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • climax [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. the climax (orgasm)
    het orgasme
    • orgasme [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. the climax (peak; zenith; pinnacle; summit)
    het hoogtepunt; het zenit; het toppunt; de piek; de top
    • hoogtepunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zenit [het ~] zelfstandig naamwoord
    • toppunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • piek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • top [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. the climax (summit; culminating point; apex; top)
    de top; de piek; het summum; het hoogtepunt; het toppunt
    • top [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • piek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • summum [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hoogtepunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • toppunt [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor climax:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
climax climax; culmination; highest point; peak; pinnacle; result; summit; termination; top; zenith
hoogtepunt apex; climax; culminating point; culmination; highest point; peak; pinnacle; result; summit; termination; top; zenith
orgasme climax; orgasm
piek apex; climax; culminating point; peak; pinnacle; summit; top; zenith Christmas decoration; Dutch florin; guilder; mountain top; peak; pinnacle; spike; summit; top
summum apex; climax; culminating point; summit; top
top apex; climax; culminating point; peak; pinnacle; summit; top; zenith apex; crest; crown; mountain top; peak; pinnacle; ridge; roof-ridge; spike; summit; summmit; tip; top; vertex
toppunt apex; climax; culminating point; peak; pinnacle; summit; top; zenith
zenit climax; peak; pinnacle; summit; zenith zenith
- coming; culmination; flood tide; orgasm; sexual climax
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- culminate
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- culmination
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
top exemplary; first-class; first-rate; perfect; top-class; tops

Verwante woorden van "climax":

  • climaxes

Synoniemen voor "climax":


Verwante definities voor "climax":

  1. the moment of most intense pleasure in sexual intercourse1
  2. the decisive moment in a novel or play1
    • the deathbed scene is the climax of the play1
  3. arrangement of clauses in ascending order of forcefulness1
  4. the highest point of anything conceived of as growing or developing or unfolding1
    • the climax of the artist's career1
  5. the most severe stage of a disease1
  6. end, especially to reach a final or climactic stage1

Wiktionary: climax


Cross Translation:
FromToVia
climax piek; topje; neus; punt; spits; tip; top; hoogtepunt; toppunt cime — La partie la plus haute d’une montagne, d’un rocher, d’un arbre, etc.

Computer vertaling door derden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor climax (Nederlands) in het Engels

climax:

climax [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de climax (hoogtepunt)
    the climax; the highest point; the peak; the culmination; the zenith; the pinnacle; the summit; the top; the termination; the result
    • climax [the ~] zelfstandig naamwoord
    • highest point [the ~] zelfstandig naamwoord
    • peak [the ~] zelfstandig naamwoord
    • culmination [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zenith [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pinnacle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • summit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • top [the ~] zelfstandig naamwoord
    • termination [the ~] zelfstandig naamwoord
    • result [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor climax:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
climax climax; hoogtepunt hoogtepunt; orgasme; piek; summum; top; toppunt; zenit
culmination climax; hoogtepunt culminatie
highest point climax; hoogtepunt
peak climax; hoogtepunt bergspits; bergtop; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; kruin; piek; punt; rotspunt; top; toppunt; zenit
pinnacle climax; hoogtepunt bergtop; hoogst haalbare; hoogtepunt; piek; top; toppunt; zenit
result climax; hoogtepunt afloop; conclusie; consequentie; effect; eindsom; gevolg; gevolgtrekking; rekenopgave; rekensom; resultaat; slotsom; uitkomst; uitvloeisel; voortvloeisel
summit climax; hoogtepunt bergtop; centrumspits; hoogst haalbare; hoogtepunt; piek; spits; summum; top; toppunt; zenit
termination climax; hoogtepunt beëindiging; conclusie; einde; slot; slotbeschouwing; sluiting
top climax; hoogtepunt afdekkap; bergtop; dak; dop; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; huif; kap; koepel; kruin; overdekking; overkapping; piek; sluitdop; summum; top; toppunt
zenith climax; hoogtepunt hoogtepunt; piek; top; toppunt; zenit
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
result voortvloeien uit
top afknotten; hoger bieden; knotten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
top bovenste
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
peak hoogste; opperste; voornaamst

Verwante woorden van "climax":

  • climaxen

Wiktionary: climax

climax
noun
  1. climax, culminating point or phase

Computer vertaling door derden: