Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. component:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. component:


Engels

Uitgebreide vertaling voor component (Engels) in het Nederlands

component:

component [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the component
    – An object that is reusable and can interact with other objects. Note: Every control is a component, but not every component is a control. 1
    het onderdeel
  2. the component
    – Any raw material, ingredient, part or item used to assemble a subassembly, finished good, or used as part of a kit. 1
    het onderdeel
  3. the component
    – A hardware or software element that is part of a larger system or structure. 1
    het onderdeel
  4. the component
    – In general, a modular unit of code that acts as part of a larger system or structure. For COM, a unit of code built to deliver a well-specified set of services through well-specified interfaces. A component provides an object that a client requests at runtime. 1
    het onderdeel

Vertaal Matrix voor component:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onderdeel component element; elementary component; fundamental ingredient; ingredient; parliamentary party; part; portion; principle ingredient; section; segment; share; spare part
- component part; constituent; element; factor; ingredient; part; portion
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- constituent

Synoniemen voor "component":


Verwante definities voor "component":

  1. an artifact that is one of the individual parts of which a composite entity is made up; especially a part that can be separated from or attached to a system2
    • spare components for cars2
    • a component or constituent element of a system2
  2. an abstract part of something2
    • jealousy was a component of his character2
  3. something determined in relation to something that includes it2
    • the smaller component is hard to reach2
  4. An object that is reusable and can interact with other objects. Note: Every control is a component, but not every component is a control.1
  5. Any raw material, ingredient, part or item used to assemble a subassembly, finished good, or used as part of a kit.1
  6. A hardware or software element that is part of a larger system or structure.1
  7. In general, a modular unit of code that acts as part of a larger system or structure. For COM, a unit of code built to deliver a well-specified set of services through well-specified interfaces. A component provides an object that a client requests at runtime.1

Wiktionary: component

component
noun
  1. smaller, self-contained part of larger entity
component
noun
  1. voeding|nld kookkunst|nld benodigd bestanddeel (in een recept)
  2. deel van een groter geheel
  3. materiaal, chemische verbinding

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van component



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor component (Nederlands) in het Engels

component:

component [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de component (basisbestanddeel; onderdeel; deel; )
    the elementary component; the part; the element; the section; the segment; the ingredient; the parliamentary party; the share; the fundamental ingredient; the portion; the principle ingredient
  2. de component
    the hive
    – A file in which the system stores a portion of the registry (named for their resemblance to the cellular structure of a beehive). A hive is backed by a single file and a .log file, which are in either the systemrootSystem32Config folder or the systemrootProfilesusername folder. 1
    • hive [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor component:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
element basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk basiselement; basismateriaal; element
elementary component basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
fundamental ingredient basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
hive component bijenkorf; korf; mand
ingredient basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
parliamentary party basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk kamerfractie
part basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aandeel; deel; deeltje; fractie; gedeelte; onderdeeltje; part; portie; segment; stuk
portion basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aandeel; bijdrage; contributie; deel; erfdeel; erfenis; fractie; gedeelte; lidmaatschapsgeld; part; portie; segment; stuk; wat iemand erft
principle ingredient basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
section basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aandeel; afdeling; brigade; brokje; deel; departement; detachement; doorsnede; doorsnee; eindje; fractie; fragmentje; gedeelte; klein stukje; part; partje; presentatiesectie; profiel; profielstaal; rubriek; sectie; segment; snijding; snippertje; stuk; stukje; tak
segment basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aandeel; deel; fractie; gedeelte; part; rekeningcodesegment; segment; stuk
share basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aandeel; bijdrage; contingent; deel; groeifonds; inbreng; part; portie; quota; quotum
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hive korven
part loskoppelen; scheiden; splitsen; uit elkaar gaan; uit elkaar halen; uiteengaan; uitsplitsen; van elkaar gaan
segment in segmenten verdelen; segmenteren
share delen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
share deelachtig

Verwante woorden van "component":

  • componenten

Computer vertaling door derden: