Engels

Uitgebreide vertaling voor doe (Engels) in het Nederlands

doe:

doe [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the doe (hind)
    de hinde; wijfje van het hert

Vertaal Matrix voor doe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hinde doe; hind
wijfje van het hert doe; hind

Verwante woorden van "doe":

  • does

Synoniemen voor "doe":

  • Department of Energy; Energy Department; Energy; DOE; executive department
  • placental; placental mammal; eutherian; eutherian mammal

Verwante definities voor "doe":

  1. mature female of mammals of which the male is called `buck'1

Wiktionary: doe

doe
noun
  1. female hare
  2. female rabbit
  3. female fallow deer
  4. female deer
doe
noun
  1. een vrouwelijk hert

Cross Translation:
FromToVia
doe hinde HirschkuhZoologie: der weibliche Hirsch
doe hinde biche — Espèce de mammifère ruminant dont le mâle porte sur la tête des cornes ramifiées appelées « bois ».

DOE:


Vertaal Matrix voor DOE:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- Department of Energy; Energy; Energy Department

Verwante definities voor "DOE":

  1. the federal department responsible for maintaining a national energy policy of the United States; created in 19771



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doe (Nederlands) in het Engels

doe vorm van doen:

doen werkwoord (doe, doet, deed, deden, gedaan)

  1. doen (uitvoeren; verrichten; handelen; uitrichten)
    to accomplish; to do; to act
    • accomplish werkwoord (accomplishes, accomplished, accomplishing)
    • do werkwoord (does, did, doing)
    • act werkwoord (acts, acted, acting)

Conjugations for doen:

o.t.t.
  1. doe
  2. doet
  3. doet
  4. doen
  5. doen
  6. doen
o.v.t.
  1. deed
  2. deed
  3. deed
  4. deden
  5. deden
  6. deden
v.t.t.
  1. heb gedaan
  2. hebt gedaan
  3. heeft gedaan
  4. hebben gedaan
  5. hebben gedaan
  6. hebben gedaan
v.v.t.
  1. had gedaan
  2. had gedaan
  3. had gedaan
  4. hadden gedaan
  5. hadden gedaan
  6. hadden gedaan
o.t.t.t.
  1. zal doen
  2. zult doen
  3. zal doen
  4. zullen doen
  5. zullen doen
  6. zullen doen
o.v.t.t.
  1. zou doen
  2. zou doen
  3. zou doen
  4. zouden doen
  5. zouden doen
  6. zouden doen
diversen
  1. doe!
  2. doet!
  3. gedaan
  4. doende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor doen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
act actie; aktie; daad; handeling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accomplish doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; bedingen; bewerkstelligen; beëindigen; completeren; een einde maken aan; fixen; functie bekleden; klaarkrijgen; klaarmaken; klaarspelen; lappen; totstandbrengen; vervullen; volbrengen; volmaken; voltooien; volvoeren; voor elkaar krijgen
act doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten acteren; ageren; doen alsof; handelen; optreden; performen; spelen; toneelspelen; zich aanstellen
do doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten afleggen; arbeiden; meters maken; werken
- functioneren; laten; werken

Synoniemen voor "doen":


Antoniemen van "doen":


Verwante definities voor "doen":

  1. eraan werken, het uitvoeren2
    • wie doet de vaat vanavond?2
  2. maken dat het erin of erop gaat2
    • ik doe suiker in mijn koffie2
  3. het werk verrichten waarvoor het bedoeld is2
    • de auto doet het weer2
  4. veroorzaken dat het gebeurt2
    • dat doet me denken aan vroeger2

Wiktionary: doen

doen
verb
  1. een actie ondernemen
    • doendo
doen
verb
  1. to force to do
  2. to cause to do
  3. traumatise, frighten
  4. cause to do
  5. visit
  6. work, suffice
  7. slang: attack
  8. perform, execute
  9. perform antics
  10. appeal or cater to
  11. pull someone’s pants down
  12. to place something somewhere
  13. cause to bend

Cross Translation:
FromToVia
doen make machen — in einen bestimmten Zustand versetzen
doen apply; employ; make use of; use; turn to account; put on; lay down; place; put; put down; lay; set; practice; administer; attach; put onto; add; append; assign; paste appliquermettre une chose sur une autre, soit pour qu’elle y demeure adhérente, être pour qu’elle y laisser une empreinte, soit simplement pour qu’elle y toucher.
doen build; construct; make construirebâtir, élever, avec de la pierre, du bois, du métal, etc., d’après un plan déterminé.
doen fabricate; manufacture; concoct fabriquerexécuter ou faire exécuter certains ouvrages suivant les procédés d’un art mécanique, en atelier ou en usine.
doen put; put on; apply; lay down; place; put down; lay; set; insert; put away; put in; stow; enclose; introduce mettreplacer une personne, ou un animal, ou une chose dans un lieu déterminé.
doen produce; operate; impact; impinge; work; avail; affect; act; take action; move opéreraccomplir une œuvre, produire un effet.
doen ask poserplacer, mettre sur quelque chose.
doen render; cause; get; make; return rendreremettre une chose entre les mains de celui à qui elle appartenir, de quelque manière qu’on l’avoir.

Verwante vertalingen van doe