Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: keel

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: keel

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

keel:
- kiel; hes; loshangend kort overkleed
Wiktionary:
- keel → kiel
- keel → kiel

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

keel:
- throat; gullet; throttle
kelen:
- choke
- throats
Wiktionary:
- keel → gules
- keel → gules, throat
- keel → throat

Engels

Uitgebreide vertaling voor keel (Engels) in het Nederlands

keel:

keel [the ~] zelfstandig naamwoord

the keel (blouse; tunic; smock-frock; jumper; kirtle)
de kiel; de hes; loshangend kort overkleed
- kiel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hes [de ~] zelfstandig naamwoord
- loshangend kort overkleed [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor keel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hes	blouse; jumper; keel; kirtle; smock-frock; tunic
kiel	blouse; jumper; keel; kirtle; smock-frock; tunic
loshangend kort overkleed	blouse; jumper; keel; kirtle; smock-frock; tunic
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	careen; lurch; reel; stagger; swag

Verwante woorden van "keel":

keels

Synoniemen voor "keel":

carina
beam
stagger; reel; lurch; swag; careen; walk

Verwante definities voor "keel":

one of the main longitudinal beams (or plates) of the hull of a vessel; can extend vertically into the water to provide lateral stability¹
the median ridge on the breastbone of birds that fly¹
a projection or ridge that suggests a keel¹
walk as if unable to control one's movements¹

Wiktionary: keel

keel

noun

rigid flat piece of material giving a ship greater control and stability
- keel → kiel
beam along the underside of a ship’s hull
- keel → kiel

Cross Translation:

From	To	Via
• keel	→ kiel	↔ Kiel — Nautik: unterster Längsbalken entlang der Mittellinie eines Schiffes; auch flossenähnlicher Aufbau an der Unterseite von Wasserfahrzeugen
• keel	→ kiel	↔ quille — partie fixe et immergée de la coque

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor keel (Nederlands) in het Engels

keel:

keel [de ~] zelfstandig naamwoord

de keel (keelgat; strot; hals)
the throat; the gullet; the throttle
- throat [the ~] zelfstandig naamwoord
- gullet [the ~] zelfstandig naamwoord
- throttle [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor keel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gullet	hals; keel; keelgat; strot	slokdarm
throat	hals; keel; keelgat; strot
throttle	hals; keel; keelgat; strot	versneller
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
throttle		de keel toeknijpen; wurgen

Verwante woorden van "keel":

kelen, keeltje, keeltjes

Verwante definities voor "keel":

wat achterin je mond zit²
- toen ik slikte had ik pijn in mijn keel²

Wiktionary: keel

keel

adjective

red (adj.)
- gules → keel; rood

noun

red colour (noun)
- gules → keel
front part of the neck
- throat → keel
gullet or windpipe
- throat → keel

Cross Translation:

From	To	Via
• keel	→ throat	↔ Rachen — Anatomie: eine mit Schleimhaut ausgekleidete Erweiterung im Anschluss an die Mund- und Nasenhöhle beim Menschen und den übrigen Wirbeltieren

kelen:

kelen

kelen
choke
- choke

kelen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de kelen
the throats
- throats [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kelen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
choke		overlappingsinstelling
throats	kelen	keelgaten; strotten
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
choke	kelen

Verwante woorden van "kelen":

keel

Verwante vertalingen van keel

de keel toeknijpen