Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. leek:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. leek:
  2. lijken:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor leek:
    • layman, layperson


Engels

Uitgebreide vertaling voor leek (Engels) in het Nederlands

leek:

leek [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the leek
    de prei
    • prei [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor leek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
prei leek
- Allium porrum; scallion

Verwante woorden van "leek":

  • leeks

Synoniemen voor "leek":


Verwante definities voor "leek":

  1. related to onions; white cylindrical bulb and flat dark-green leaves1
  2. plant having a large slender white bulb and flat overlapping dark green leaves; used in cooking; believed derived from the wild Allium ampeloprasum1

Wiktionary: leek

leek
noun
  1. vegetable

Cross Translation:
FromToVia
leek prei LauchBotanik, Plural 1: Allium ampeloprasum var. porrum (L.) J.Gay), auch Allium porrum, eine aus dem Mittelmeerraum stammende Art aus der Gattung Allium in der Familie der Lauchgewächse (Alliaceae); eine Gemüsesorte
leek prei Porree — Gemüse- und Gewürzpflanze, Art der Zwiebelgewächse, Kulturform des südeuropäischen Sommerlauchs
leek prei poireau — Légume



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leek (Nederlands) in het Engels

leek:

leek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de leek (oningewijde)
    the uninitiated one

Vertaal Matrix voor leek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uninitiated one leek; oningewijde

Verwante woorden van "leek":

  • leken

Wiktionary: leek

leek
noun
  1. iemand die niet deskundig is op een bepaald gebied
leek
noun
  1. someone who is not a professional in a given field
  2. someone who is not an ordained cleric

Cross Translation:
FromToVia
leek layman Laieallgemein, unscharf: jemand, der auf einem bestimmten Gebiet keine Fachkenntnisse oder keine abgeschlossene Fachausbildung hat

leek vorm van lijken:

lijken werkwoord (lijk, lijkt, leek, leken, geleken)

  1. lijken (schijnen; eruit zien; toeschijnen)
    to seem; to appear; to look like; to look
    • seem werkwoord (seems, seemed, seeming)
    • appear werkwoord (appears, appeared, appearing)
    • look like werkwoord (looks like, looked like, looking like)
    • look werkwoord (looks, looked, looking)

Conjugations for lijken:

o.t.t.
  1. lijk
  2. lijkt
  3. lijkt
  4. lijken
  5. lijken
  6. lijken
o.v.t.
  1. leek
  2. leek
  3. leek
  4. leken
  5. leken
  6. leken
v.t.t.
  1. heb geleken
  2. hebt geleken
  3. heeft geleken
  4. hebben geleken
  5. hebben geleken
  6. hebben geleken
v.v.t.
  1. had geleken
  2. had geleken
  3. had geleken
  4. hadden geleken
  5. hadden geleken
  6. hadden geleken
o.t.t.t.
  1. zal lijken
  2. zult lijken
  3. zal lijken
  4. zullen lijken
  5. zullen lijken
  6. zullen lijken
o.v.t.t.
  1. zou lijken
  2. zou lijken
  3. zou lijken
  4. zouden lijken
  5. zouden lijken
  6. zouden lijken
diversen
  1. lijk!
  2. lijkt!
  3. geleken
  4. lijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lijken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de lijken
    the corpses; the dead bodies; the bodies

Vertaal Matrix voor lijken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bodies lijken
corpses lijken
dead bodies lijken
look aanblik; aangezicht; aanzicht; aanzien; blikken; buitenkant; expressie; gedaante; gelaat; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; kijkje; oogopslagen; type; uitdrukking; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
appear eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen er uitzien; ogen; opdoemen; tevoorschijn komen; verrijzen
look eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen blikken; blikken werpen; er uitzien; kijken; ogen; schouwen; toeschouwen
look like eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen de schijn van iets hebben; er uitzien; gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op; ogen; schijnen
seem eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen de schijn van iets hebben; gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op; schijnen
- schijnen

Verwante woorden van "lijken":


Synoniemen voor "lijken":


Antoniemen van "lijken":


Verwante definities voor "lijken":

  1. er overeenkomst mee vertonen2
    • Jaap lijkt sprekend op zijn vader2
  2. het ziet er zo uit, maar hoeft niet zo te zijn2
    • hij lijkt wel gek2

Wiktionary: lijken

lijken
verb
  1. to appear, to seem
  2. To seem; to have a certain semblance; to look
  3. to be like or similar to something else
  4. to appear

Cross Translation:
FromToVia
lijken act; perform paraîtreexposer à la vue, se faire ou se laisser voir, se manifester.
lijken resemble ressembler — Avoir du rapport, de la conformité avec quelqu’un, avec quelque chose. (Sens général).
lijken appear; seem; look; act; look like sembler — avoir l’air, l’apparence