Home ->Woordenboeken ->Engels/Nederlands ->Zoek: mechanics

Engelse en Nederlandse zoekresultaten voor: mechanics

Overzicht

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

mechanics:
- mechanica; werktuigkunde; dynamica; bewegingsleer
mechanic:
- monteur; werktuigkundige; automonteur
Wiktionary:
- mechanics → mechanica, werktuigkunde
- mechanics → mechanica, werktuigkunde
- mechanic → mecanicien, werktuigkunde, monteur
- mechanic → mecanicien, werktuigkundige

Engels

Uitgebreide vertaling voor mechanics (Engels) in het Nederlands

mechanics:

mechanics [the ~] zelfstandig naamwoord

the mechanics
de mechanica
- mechanica [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the mechanics
de werktuigkunde
- werktuigkunde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
the mechanics (dynamics)
de dynamica; de bewegingsleer
- dynamica [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bewegingsleer [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mechanics:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bewegingsleer	dynamics; mechanics
dynamica	dynamics; mechanics
mechanica	mechanics
werktuigkunde	mechanics
-	mechanism

Verwante woorden van "mechanics":

mechanic

Synoniemen voor "mechanics":

physics; physical science; natural philosophy
mechanism; performance; execution; carrying out; carrying into action

Verwante definities voor "mechanics":

the technical aspects of doing something¹
- the mechanics of prose style¹
the branch of physics concerned with the motion of bodies in a frame of reference¹

Wiktionary: mechanics

mechanics

noun

a branch of physics
- mechanics → mechanica

mechanics

noun

de leer van werktuigen
- werktuigkunde → mechanics

Cross Translation:

From	To	Via
• mechanics	→ mechanica	↔ Mechanik — Physik, kein Plural: Teilgebiet der Physik, befasst sich mit der Bewegung von Körpern in Raum und Zeit und stellt den Zusammenhang dieser Bewegungen mit der Masse und den wirkenden Kräften her
• mechanics	→ mechanica; werktuigkunde	↔ mécanique — (mathématiques) physique\|fr partie des mathématiques qui avoir pour objet la connaissance et l’application des lois générales de l’équilibre et du mouvement, ainsi que la théorie de l’action des machines.

mechanics vorm van mechanic:

mechanic [the ~] zelfstandig naamwoord

the mechanic

– a craftsman skilled in operating machine tools ¹
de monteur
- monteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
the mechanic
de werktuigkundige
- werktuigkundige [de ~] zelfstandig naamwoord
the mechanic (automobile mechanic; motor mechanic; auto-mechanic; car-mechanic)

– someone whose occupation is repairing and maintaining automobiles ¹
de automonteur
- automonteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mechanic:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
automonteur	auto-mechanic; automobile mechanic; car-mechanic; mechanic; motor mechanic
monteur	mechanic
werktuigkundige	mechanic
-	auto-mechanic; automobile mechanic; car-mechanic; grease monkey; machinist; shop mechanic
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	fitter; machinist

Verwante woorden van "mechanic":

mechanics

Synoniemen voor "mechanic":

mechanical
machinist; shop mechanic; craftsman; artisan; journeyman; artificer
automobile mechanic; auto-mechanic; car-mechanic; grease monkey; repairman; maintenance man; service man

Verwante definities voor "mechanic":

resembling the action of a machine¹
- from blank to blank a threadless way I pushed mechanic feet¹
someone whose occupation is repairing and maintaining automobiles¹
a craftsman skilled in operating machine tools¹

Wiktionary: mechanic

mechanic

noun

a skilled worker capable of building or repairing machinery
- mechanic → mecanicien; werktuigkunde

mechanic

noun

werktuigkundige
- mecanicien → mechanic
beroep|nld, techniek|nld deskundige die machines, apparaten, leidingen e.d. in elkaar zet of herstelt
- monteur → mechanic

Cross Translation:

From	To	Via
• mechanic	→ mecanicien; werktuigkundige	↔ mécanicien — (term, surtout par apposition) Celui qui inventer, concevoir, construire des machines.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University