Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. right-hand:
  2. right hand:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor right-hand (Engels) in het Nederlands

right-hand:

right-hand [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the right-hand
    de rechterhand

Vertaal Matrix voor right-hand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rechterhand right-hand
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- right

Synoniemen voor "right-hand":


Verwante definities voor "right-hand":

  1. most helpful and reliable1
    • my right-hand man1
  2. intended for the right hand1
    • a right-hand glove1
  3. located on or directed toward the right1
    • a right-hand turn1

Wiktionary: right-hand


Cross Translation:
FromToVia
right-hand direct; live; recht; rechtstreeks; haaks; rechthoekig; loodrecht; loyaal; trouw; getrouw; trouwhartig; rechter-; rechts; vandehands droit — Qui est du côté opposé à celui de son cœur (en supposant que son cœur est du même côté que pour la majorité des être humain), ou encore du côté de celui de la main qui sert à écrire chez la majorité (dans le cas où on parle de soi, car on utilise cet adjectif en adoptant le point de vue de la

right hand:

right hand [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the right hand (right side)
    de rechterzijde

Vertaal Matrix voor right hand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rechterzijde right hand; right side
- right

Synoniemen voor "right hand":


Verwante definities voor "right hand":

  1. the hand that is on the right side of the body1
    • he writes with his right hand but pitches with his left1

Verwante vertalingen van right-hand