Overzicht
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
-
self-love:
-
Wiktionary:
self-love → zelfrespect -
Synoniemen voor "self-love":
amour propre; conceit; vanity; pride; pridefulness
narcism; narcissism; egoism; egocentrism; self-interest; self-concern; self-centeredness
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor self-love (Engels) in het Nederlands
self-love: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- self: zelf; ikzelf; zelve
- love: liefde; genegenheid; innigheid; houden van; liefhebben; schat; schatje; lieve; liefste; liefje; poepje; schattebout; snoes; scheetje; duifje; beminde; lieverd; lieveling; snoepje; beminnen; minnen; vriendin; geliefde; vrijen; liefkozen; de liefde bedrijven; minnekozen; bevallen; gelieven; aanstaan; plezieren; behagen; kindlief
self-love:
Vertaal Matrix voor self-love:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | amour propre; conceit; narcism; narcissism; vanity |
Synoniemen voor "self-love":
Verwante definities voor "self-love":
Wiktionary: self-love
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • self-love | → zelfrespect | ↔ amour-propre — plus rare sentiment légitime et nécessaire qui attacher chaque homme à son existence et lui faire rechercher son bien-être. |