Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. use up:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor use up (Engels) in het Nederlands

use up:

to use up werkwoord (uses up, used up, using up)

  1. to use up (process)
    verwerken
    • verwerken werkwoord (verwerk, verwerkt, verwerkte, verwerkten, verwerkt)
  2. to use up (consume; spend; use)
    verbruiken; opmaken; doorjagen
    • verbruiken werkwoord (verbruik, verbruikt, verbruikte, verbruikten, verbruikt)
    • opmaken werkwoord (maak op, maakt op, maakte op, maakten op, opgemaakt)
    • doorjagen werkwoord
  3. to use up (consume; finish; burn up)
    opmaken; opkrijgen; opgebruiken
    • opmaken werkwoord (maak op, maakt op, maakte op, maakten op, opgemaakt)
    • opkrijgen werkwoord (krijg op, krijgt op, kreeg op, kregen op, opgekregen)
    • opgebruiken werkwoord (gebruik op, gebruikt op, gebruikte op, gebruikten op, opgebruikt)
  4. to use up (take; occupy)
    – require (time or space) 1
    bezetten
    • bezetten werkwoord (bezet, bezette, bezetten, bezet)

Conjugations for use up:

present
  1. use up
  2. use up
  3. uses up
  4. use up
  5. use up
  6. use up
simple past
  1. used up
  2. used up
  3. used up
  4. used up
  5. used up
  6. used up
present perfect
  1. have used up
  2. have used up
  3. has used up
  4. have used up
  5. have used up
  6. have used up
past continuous
  1. was using up
  2. were using up
  3. was using up
  4. were using up
  5. were using up
  6. were using up
future
  1. shall use up
  2. will use up
  3. will use up
  4. shall use up
  5. will use up
  6. will use up
continuous present
  1. am using up
  2. are using up
  3. is using up
  4. are using up
  5. are using up
  6. are using up
subjunctive
  1. be used up
  2. be used up
  3. be used up
  4. be used up
  5. be used up
  6. be used up
diverse
  1. use up!
  2. let's use up!
  3. used up
  4. using up
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor use up:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opmaken draft; draw up; edit; formulate
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezetten occupy; take; use up make inaccessible
doorjagen consume; spend; use; use up
opgebruiken burn up; consume; finish; use up
opkrijgen burn up; consume; finish; use up
opmaken burn up; consume; finish; spend; use; use up adorn; decorate; dress; dunnage; finish; garnish; get started; make a start; make up; make-up; ornament; put on make-up; spend; squander; trim
verbruiken consume; spend; use; use up consume; use; utilise; utilize
verwerken process; use up
- consume; deplete; eat; eat up; exhaust; run through; wipe out
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
verbruiken consume

Synoniemen voor "use up":


Verwante definities voor "use up":

  1. use up (resources or materials)1
  2. require (time or space)1

Wiktionary: use up

use up
verb
  1. alles gebruiken tot het op is
  2. verteren, geheel opmaken

Cross Translation:
FromToVia
use up consumeren; slopen; verbruiken; verorberen; verteren consommerdétruire et dénaturer par l’usage certains objets, comme vin, viande, bois, et toutes sortes de provisions.
use up consumeren; slopen; verbruiken; verorberen; verteren consumeruser, épuiser une chose ou un être jusqu’à les réduire à rien, jusqu’à les détruire.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van use up