Engels

Uitgebreide vertaling voor vigour (Engels) in het Nederlands

vigour:

vigour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

  1. the vigour (strength; intensity; power; vigor)
    de sterkte; de dynamiek; de kracht; de energie; fiksheid; de felheid
    • sterkte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • dynamiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kracht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • energie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • fiksheid [znw.] zelfstandig naamwoord
    • felheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. the vigour (gusto; efficacy; momentum; zest; vigor)
    de voortvarendheid
  3. the vigour (bravery; courage; valour; )
    de moed; onversaagdheid; de dapperheid; de koenheid
  4. the vigour (strongness; zest; gusto; vigor)
    de krachtdadigheid
  5. the vigour (strength; sturdiness; robustness; courage; vigor)
    de stevigheid; de flinkheid; de fermheid; forsheid
  6. the vigour (courage; vigor)
    de kranigheid

Vertaal Matrix voor vigour:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dapperheid bravery; courage; daring; gallantry; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour
dynamiek intensity; power; strength; vigor; vigour drive; impetus; momentum
energie intensity; power; strength; vigor; vigour current; drive; electric current; energy; gin; impetus; jenever; momentum; power; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness; will-power
felheid intensity; power; strength; vigor; vigour fervor; fervour; fierceness; intensity; vehemence; violence
fermheid courage; robustness; strength; sturdiness; vigor; vigour doggedness; firmness; resolution; toughness
fiksheid intensity; power; strength; vigor; vigour
flinkheid courage; robustness; strength; sturdiness; vigor; vigour
forsheid courage; robustness; strength; sturdiness; vigor; vigour
koenheid bravery; courage; daring; gallantry; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour audacity; boldness; braveness; fearlessness; temerity
kracht intensity; power; strength; vigor; vigour ability; authority; capacity; courage; drive; energy; fervor; fervour; fiber; fibre; fierceness; force; fortitude; gin; impetus; intensity; jenever; momentum; power; soul; spirit; spunk; strength; thoroughness; vehemence; violence
krachtdadigheid gusto; strongness; vigor; vigour; zest
kranigheid courage; vigor; vigour
moed bravery; courage; daring; gallantry; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour daring; guts; heroism; nerve; pluck; valor; valour
onversaagdheid bravery; courage; daring; gallantry; sturdiness; valor; valour; vigor; vigour
sterkte intensity; power; strength; vigor; vigour citadel; courage; fiber; fibre; fortified area; fortitude
stevigheid courage; robustness; strength; sturdiness; vigor; vigour coarseness; durability; firmness; reliability; solidity; solidness; solubility; soundness; stability; stableness; steadiness; thoroughness
voortvarendheid efficacy; gusto; momentum; vigor; vigour; zest
- dynamism; energy; heartiness; muscularity; vigor; vim; zip
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kracht power

Synoniemen voor "vigour":


Verwante definities voor "vigour":

  1. an imaginative lively style (especially style of writing)1
  2. active strength of body or mind1
  3. forceful exertion1

Wiktionary: vigour


Cross Translation:
FromToVia
vigour kracht; macht; sterkte forcefaculté naturelle d’agir vigoureusement, en particulier en parlant de l’homme et des animaux.
vigour animo; bedrijvigheid; drukte; opgewektheid; tierigheid; vertier; forsheid; stevigheid; stoerheid; welgedaanheid; sterkte vigueur — Force ; plénitude ; énergie ; fougue.

Computer vertaling door derden: