Engels

Uitgebreide vertaling voor whine (Engels) in het Nederlands

whine:

to whine werkwoord (whines, whined, whining)

  1. to whine (whimper; cry; snivel; )
    huilen; snotteren; snikken; grienen; janken
    • huilen werkwoord (huil, huilt, huilde, huilden, gehuild)
    • snotteren werkwoord (snotter, snottert, snotterde, snotterden, gesnotterd)
    • snikken werkwoord (snik, snikt, snikte, snikten, gesnikt)
    • grienen werkwoord (grien, grient, griende, grienden, gegriend)
    • janken werkwoord (jank, jankt, jankte, jankten, gejankt)
  2. to whine (twaddle)
    zemelen
    • zemelen werkwoord (zemel, zemelt, zemelde, zemelden, gezemeld)
  3. to whine (whimper)
    emmeren
  4. to whine (howl; yell)
    janken; brullen; gillen
    • janken werkwoord (jank, jankt, jankte, jankten, gejankt)
    • brullen werkwoord (brul, brult, brulde, brulden, gebruld)
    • gillen werkwoord (gil, gilt, gilde, gilden, gegild)
  5. to whine (drone; whimper)
    drenzen; jengelen; dreinen; dwingend huilen
    • drenzen werkwoord (drens, drenst, drensde, drensden, gedrensd)
    • jengelen werkwoord (jengel, jengelt, jengelde, jengelden, gejengeld)
    • dreinen werkwoord (drein, dreint, dreinde, dreinden, gedreind)
    • dwingend huilen werkwoord
  6. to whine
    temen
    • temen werkwoord (teem, teemt, teemde, teemden, geteemd)
  7. to whine (lament; yammer; whimper; yack; whinge)
    kermen
    • kermen werkwoord (kerm, kermt, kermde, kermden, gekermd)

Conjugations for whine:

present
  1. whine
  2. whine
  3. whines
  4. whine
  5. whine
  6. whine
simple past
  1. whined
  2. whined
  3. whined
  4. whined
  5. whined
  6. whined
present perfect
  1. have whined
  2. have whined
  3. has whined
  4. have whined
  5. have whined
  6. have whined
past continuous
  1. was whining
  2. were whining
  3. was whining
  4. were whining
  5. were whining
  6. were whining
future
  1. shall whine
  2. will whine
  3. will whine
  4. shall whine
  5. will whine
  6. will whine
continuous present
  1. am whining
  2. are whining
  3. is whining
  4. are whining
  5. are whining
  6. are whining
subjunctive
  1. be whined
  2. be whined
  3. be whined
  4. be whined
  5. be whined
  6. be whined
diverse
  1. whine!
  2. let's whine!
  3. whined
  4. whining
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

whine [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the whine (sob)
    jank; de snik
    • jank [znw.] zelfstandig naamwoord
    • snik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor whine:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gillen cries; screams; shouts; yelling
jank sob; whine
snik sob; whine
- whimper
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brullen howl; whine; yell bark; bawl; bellow; boom; cry; cry out; let on; rage; rant; roar; scream; shout; shriek; squeal; tell tales; yell
dreinen drone; whimper; whine
drenzen drone; whimper; whine
dwingend huilen drone; whimper; whine
emmeren whimper; whine
gillen howl; whine; yell cry; scream; screech; shriek; squawk; yell
grienen blubber; cry; sniff; sniffle; snivel; whimper; whine
huilen blubber; cry; sniff; sniffle; snivel; whimper; whine blubber; cry; groan; let on; moan; shout; shriek; sob; squeal; tear; tell tales; wail; water; weep; whimper
janken blubber; cry; howl; sniff; sniffle; snivel; whimper; whine; yell blubber; cry; gasp; let on; shout; shriek; sob; squeal; tell tales; wail; weep; whimper
jengelen drone; whimper; whine
kermen lament; whimper; whine; whinge; yack; yammer
snikken blubber; cry; sniff; sniffle; snivel; whimper; whine gasp; sob
snotteren blubber; cry; sniff; sniffle; snivel; whimper; whine snivel
temen whine
zemelen twaddle; whine
- creak; grizzle; screak; screech; skreak; snivel; squeak; yammer; yawp
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- cry blue murder; sough; wail; whimper; whistle

Verwante woorden van "whine":


Synoniemen voor "whine":


Verwante definities voor "whine":

  1. a complaint uttered in a plaintive whining way1
  2. complain whiningly1
  3. talk in a tearful manner1
  4. move with a whining sound1
    • The bullets were whining past us1
  5. make a high-pitched, screeching noise1
    • My car engine makes a whining noise1

Wiktionary: whine

whine
noun
  1. a long-drawn, high-pitched complaining cry or sound
verb
  1. to complain or protest with a whine or as if with a whine
whine
verb
  1. veelvuldig en langdurig klagen over weinig belangrijke zaken

Cross Translation:
FromToVia
whine donderjagen; emmeren; kankeren; katten; preutelen; pezeweven; mopperen; meieren; zaniken; pruttelen; zemelen; zeiken; zeuren nörgelnpenetrant/störend, aber nicht aggressiv seinen Unmut äußern