Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. workday:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor workday (Engels) in het Nederlands

workday:

workday [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the workday (working day; weekday)
    de werkdag
    • werkdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor workday:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
werkdag weekday; workday; working day
- work day; working day
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- everyday life; weekday

Verwante woorden van "workday":

  • workdays

Synoniemen voor "workday":


Antoniemen van "workday":


Verwante definities voor "workday":

  1. the amount of time that a worker must work for an agreed daily wage1
  2. a day on which work is done1
  3. A span of time that constitutes one shift. The workday includes hours worked, as well as interruptions in work, such as meals or break time.2

Wiktionary: workday

workday
noun
  1. Those days of a week in which work is done
workday
noun
  1. een dag waarop gewerkt wordt

Cross Translation:
FromToVia
workday werkdag jour ouvrable — Jour qui n’est pas férié et qui est consacré au travail. Dans le monde du travail, un jour ouvrable correspond à tout jour de la semaine hors dimanche et jours fériés, par opposition au jour ouvré qui exclut le samedi.

work day:


Vertaal Matrix voor work day:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- workday; working day

Synoniemen voor "work day":


Antoniemen van "work day":


Verwante definities voor "work day":

  1. a day on which work is done1

Computer vertaling door derden: