Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. inculcation:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor inculcation (Engels) in het Nederlands

inculcation:

inculcation [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the inculcation (implantation)
    de inplanting; de implantatie
  2. the inculcation (implantation)
    implantering

Vertaal Matrix voor inculcation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
implantatie implantation; inculcation
implantering implantation; inculcation
inplanting implantation; inculcation
- ingraining; instilling

Verwante woorden van "inculcation":

  • inculcate

Synoniemen voor "inculcation":


Verwante definities voor "inculcation":

  1. teaching or impressing upon the mind by frequent instruction or repetition1

inculcate:


Vertaal Matrix voor inculcate:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- infuse; instil; instill

Verwante woorden van "inculcate":


Synoniemen voor "inculcate":


Verwante definities voor "inculcate":

  1. teach and impress by frequent repetitions or admonitions1
    • inculcate values into the young generation1

Wiktionary: inculcate

inculcate
verb
  1. teach by repeated instruction

Cross Translation:
FromToVia
inculcate inprenten inculquerimprimer fortement une chose dans l’esprit de quelqu’un à force de la répéter.