Engels
Uitgebreide vertaling voor walk around (Engels) in het Nederlands
walk around: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- walk: lopen; wandelen; slenteren; kuieren; rondslenteren; wandeling; uitje; wandeltocht; omloop; tochtje; loopje; ommetje; kuier; stappen; zich voortbewegen; wandelroute; gaan; zich begeven; stapvoets gaan; toelopen
- around: rondom; omheen; ongeveer; circa; omstreeks; ruwweg; plusminus; pakweg; buitenom
walk around:
Vertaal Matrix voor walk around:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | circumambulate; perambulate; walk about |
Synoniemen voor "walk around":
Verwante definities voor "walk around":
Computer vertaling door derden: