Overzicht
Engels naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. transistor:
    • Wiktionary:
      transistor → transistor
    • Synoniemen voor "transistor":
      junction transistor; electronic transistor; semiconductor device; semiconductor unit; semiconductor
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. transistor:


Engels

Uitgebreide vertaling voor transistor (Engels) in het Nederlands

Spelling Suggesties voor: transistor

transistor:


Vertaal Matrix voor transistor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- electronic transistor; junction transistor

Synoniemen voor "transistor":

  • junction transistor; electronic transistor; semiconductor device; semiconductor unit; semiconductor

Verwante definities voor "transistor":

  1. a semiconductor device capable of amplification1

Wiktionary: transistor

transistor
noun
  1. solid-state semiconductor device, with three terminals
transistor
noun
  1. elektrotechniek|nld, elektronica|nld één van de belangrijkste uitvindingen van de twintigste eeuw, halfgeleider die elektrische signalen versterkt. Voorloper van het geïntegreerde circuit en daarmee basiselement van de computer en van internet

Computer vertaling door derden: