Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. impact:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor impact (Engels) in het Zweeds

impact:

impact [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the impact
    inverkan; följd; effekt
    • inverkan zelfstandig naamwoord
    • följd [-en] zelfstandig naamwoord
    • effekt [-en] zelfstandig naamwoord

impact

  1. impact

Vertaal Matrix voor impact:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
effekt impact bringing about; consequence; effect; result
följd impact chain; concatenation; consequence; consequences; effect; effects; outcomes; result; results; sequence; series; string; succession; successions
inverkan impact action; effect; influence
kollision collision; crash; hit; smash
stöt blow; buffer; bump; bumper; bumping; clout; jab; jolting; nudge; punch; push; shove; slap; smack; thrust; thud; thump; wallop; whopper
- encroachment; impingement; shock; wallop
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- affect; bear on; bear upon; touch; touch on
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
kollision impact
stöt impact

Verwante woorden van "impact":

  • impacts

Synoniemen voor "impact":


Verwante definities voor "impact":

  1. influencing strongly1
  2. the violent interaction of individuals or groups entering into combat1
  3. the striking of one body against another1
  4. a forceful consequence; a strong effect1
    • the book had an important impact on my thinking1
  5. have an effect upon1
  6. press or wedge together; pack together1

Wiktionary: impact


Cross Translation:
FromToVia
impact nedslag Aufschlag — das Aufschlagen, hart im Fall auftreffend
impact nedslag EinschlagSpur, die ein Schlag hinterlassen
impact verkan; effekt WirkungResultat einer Ursache
impact operera; göra opéreraccomplir une œuvre, produire un effet.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van impact