Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. stomach:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor stomach (Engels) in het Zweeds

stomach:

stomach [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the stomach (abdomen; tummy)
    mage
    • mage [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the stomach (abdomen; belly; tummy)
    magen; buken
    • magen zelfstandig naamwoord
    • buken zelfstandig naamwoord

stomach werkwoord

  1. stomach (digest; swallow)
    klara av; smälta; svälja; få ner
    • klara av werkwoord (klarar av, klarade av, klarat av)
    • smälta werkwoord (smälter, smälte, smält)
    • svälja werkwoord (sväljer, sväljde, svalt)
    • få ner werkwoord (får ner, fick ner, fått ner)

stomach

  1. stomach

Vertaal Matrix voor stomach:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buken abdomen; belly; stomach; tummy
mage abdomen; stomach; tummy abdomen; belly; little belly; little stomach; paunch; rumen
magen abdomen; belly; stomach; tummy
smälta melt
- abdomen; belly; breadbasket; tum; tummy; venter
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
få ner digest; stomach; swallow bring down; overthrow; overturn; topple
klara av digest; stomach; swallow bring it off; bring off; carry it out; cope; fix; manage; pull off
smälta digest; stomach; swallow dissolve; fuse; fuze; make melt; melt; melt away; run
svälja digest; stomach; swallow accumulate; bottle up; devour; gulp; gulp down; nibble; nybble; pen up; swallow; swallow up; take in
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
magsäck stomach

Verwante woorden van "stomach":

  • stomaching

Synoniemen voor "stomach":


Verwante definities voor "stomach":

  1. an enlarged and muscular saclike organ of the alimentary canal; the principal organ of digestion1
  2. the region of the body of a vertebrate between the thorax and the pelvis1
  3. an appetite for food1
    • exercise gave him a good stomach for dinner1
  4. an inclination or liking for things involving conflict or difficulty or unpleasantness1
    • he had no stomach for a fight1
  5. bear to eat1
    • He cannot stomach raw fish1

Wiktionary: stomach

stomach
noun
  1. digestive organ
  2. belly

Cross Translation:
FromToVia
stomach mage maag — Orgaan
stomach mage MagenAnatomie: Verdauungsorgan beim Menschen und bei Tieren
stomach smälta; svälja; tåla; finna sig i digérer — Supporter quelque chose de fâcheux
stomach tåla; tolerera tolérersupporter.
stomach buk ventre — anatomie|fr abdomen, cavité du corps de l’homme et des animaux qui contenir les intestins.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van stomach